The Million Dollar Hotel

Een hotel vol ideeën

Milla Jovovich (l.) en Jeremy Davies: karikaturen zonder ziel

Een liefdesgeschiedenis, een impressionistisch portret van de verlopen bewoners van een hotel en een moordonderzoek; dat zijn de ingrediënten van The Million Dollar Hotel. Wim Wenders baseerde de film op een verhaal van zijn vriend Bono, zanger van U2. Tegen vrienden zeg je moeilijk nee, al is dat soms wel verstandig.

Zeg Wim Wenders en een licht ongemakkelijke zucht komt op. Natuurlijk, hij heeft prachtige films gemaakt; Paris, Texas behoort met al zijn minimalisme tot mijn favorieten. Sinds jaar en dag is hij begaan met het lot van de cinema, bijgestaan door de groten uit het vak: Samuel Fuller, Manoel de Oliveira, Michelangelo Antonioni, hij kent ze allemaal. Een cineast kortom, die zijn werk en zichzelf serieus neemt.

Maar ergens in zijn carrière hebben mensen plaatsgemaakt voor concepten. Zijn laatste films bezwijken bijna onder hun intellectuele pretentie. Alleen al daarom was Buena Vista Social Club zo’n prettige uitzondering. Voor even sijpelt in deze muziekdocumentaire datgene door wat zo lang buiten zijn kaders is gebleven: gevoel.

Zwaai
Aan de basis van Wenders’ nieuwe film The Million Dollar Hotel lag een idee van U2-zanger Bono. Hij stond in de jaren tachtig op het dak van het Million Dollar Hotel in downtown Los Angeles voor de videoclip van ‘Where the Streets Have No Name’. De film volgt de levens van de bewoners van dit hotel tegen de achtergrond van een moordonderzoek en een liefdesgeschiedenis.

Mooie beelden zijn er genoeg; met name de eerste minuten zijn oogstrelend. In een blauwe gloed neemt Tom Tom (Jeremy Davies) op het dak een aanloop richting de rand. De camera rijdt met hem mee en vlak voor de grote sprong zwaait hij nog even. Naar de toeschouwer? Of naar iemand anders op het dak? Hier kan alles nog, zoals aan het begin van Paris, Texas, wanneer Travis als een open boek in de woestijn verschijnt.

Zo subtiel als die film zich ontvouwt, zo plat en weinigzeggend is The Million Dollar Hotel. Tom Tom herbeleeft de laatste weken voor zijn dood, die draaien om zijn liefde voor de contactgestoorde Eloise (Milla Jovovich). Daarbij voert Davies zijn opdracht ‘doe gek’ volledig volgens de lessen van de lokale acteerschool uit. Ook levert hij de voice-over; een paardenmiddel waar Wenders in zijn laatste films al veel te vaak op is teruggevallen. Mel Gibson ondertussen tracht met een soort stalen kapstok op zijn rug de dood van een andere hotelbewoner te verhelderen – van het dak gesprongen of geduwd? – en voorziet het toch al dunne verhaal hiermee van geen enkele spanning.

Het is fijn voor Wenders dat hij een vriend heeft die Bono heet. Want al is het te hopen dat deze zijn scenario-ideeën voortaan voor de borreltafel reserveert, voor muziek kun je best bij hem terecht. In The Million Dollar Hotel klinken zwoele, jazz-achtige loungeklanken. Het luisteren is daardoor tenminste nog een aangename ervaring.

Rest de vraag wanneer Wenders die film maakt die je in zijn laatste films steeds ziet opduiken, maar die nooit uit de verf komt. Die geen Betekenissen middels een voice-over oplepelt, maar deze verbeeldt of overlaat aan de kijker. Die er niet uitziet als een lange reclamefilm met een zweem van vermeende diepgang. Die verhaalt over mensen, in plaats van karikaturen zonder ziel.