THE LADYKILLERS

Bende met gesuikerd laklaagje

  • Datum 06-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE LADYKILLERS
  • Regie
    Joel & Ethan Coen
    Te zien vanaf
    01-01-2004
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Quasi-professor Tom Hanks

Tom Hanks speelt in Joel en Ethan Coens remake van de misdaadkomedie The ladykillers een moraalvrije, sympathieke excentriekeling.

Lieve films maken met een gesuikerd laklaagje van nostalgie naar een tijd dat je nog maar net geboren was mag iedereen, óók de broertjes Coen. Het is dan ook geen bezwaar dat The ladykillers ondanks het gesol met lijken een bijzonder aangename en vriendelijk stemmende zwarte komedie is.
Sterker: het heeft iets charmants, de manier waarop de Coens de liefde voor hun materiaal tentoonspreiden. Net als krap twee jaar gelden Welcome to Collinwood een hommage bracht aan de kraakkomedie I soliti ignoti glimlachen ook de Coen-broers zich een weg door een bewerking van een komische misdaadklassieker, het Britse The ladykillers (1955) van Alexander Mackendrick met Alec Guinness. Ze zijn duidelijk dol op de personages: de literair angehauchte professor Tom Hanks, zijn ongeregelde gelegenheidsbende bestaande uit onhandige explosievenexpert J.K. Simmons, tunnelspecialist Tzi Ma, ‘inside man’ Marlon Wayans en krachtpatser Ryan Hurst, en tenslotte de deegrollerzwaaiende zwarte vrouw vanuit wier huis een tunnel naar een kluis moet worden gegraven, Irma P. Hall. De acteurs zelf glimmen van spelplezier: Tom Hanks excelleert als moraalvrije en toch sympathieke excentriekeling, Simmons zet een gedenkwaardige kneus neer en Hall speelt een bewonderenswaardig karakterologisch betonblok.
Het vakmanschap wekt intussen bewondering — de souplesse waarmee zich het verhaal ontrolt, de kwartslag gedraaide, van de rest van de wereld afgesloten sfeer die met licht en decors en camerawerk wordt opgetrokken, en de exacte timing waarmee een onverwachtse ontploffing wordt gebracht.

Koffiekransje
En toch zijn er maar een paar spaarzame scènes die The ladykillers ineens tot grote hoogte brengen, en daarmee laten zien wat aan de rest ontbreekt. In een van die scènes neemt Simmons zijn ontroerend enorme vriendin mee naar een bijeenkomst die als geheim bedoeld was. Ongeleid projectiel Wayans zet daarbij de boel extra op scherp door, terwijl zij onbetwistbaar op gehoorafstand staat, aan die vriendin te refereren als ‘your bitch’.
In een tweede scène is Hanks in een hoek gedreven door Hall — hij beweerde dat hij en zijn bende repeterende muzikanten waren, en zij zou graag hebben dat ze optraden voor haar nakerkelijkse koffiekransje. Hij redt zich eruit door in plaats van het optreden gloedvol een gedicht voor te dragen.
Het zijn momenten waarop het verhaal of de karakters zelf ook echt iets doen met hun smakelijk karikaturaal geschetste opmaak. In de eerste scène is het ineens echt leuk en spannend dat Wayans zo’n alle kanten opschietende postpuber is die zichzelf nauwelijks in de hand kan houden, omdat hij voor een ongewone, tegelijk hilarische en invoelbare situatie komt te staan waarvan je niet weet hoe die zal aflopen. En in de tweede scène gelóóf je die quasi-literaire professor ineens, gewoon omdat Hanks zo prachtig dat gedicht voorleest dat zowel zijn toehoordsters als het bioscooppubliek even stil worden.
En dat maakt precies het verschil. Voor het grootste deel van de film vinden de Coens en hun acteurs de personages en het verhaal vooral zelf heel leuk. Maar in scènes als deze doen ze ook echt hun best dat plezier over te brengen. En dan mag je alsnog teleurgesteld zijn — omdat je weet dat de Coens daar normaal zo geniaal in zijn.

Chris Buur