THE FIVE OBSTRUCTIONS

Sardonisch duel

  • Datum 19-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE FIVE OBSTRUCTIONS
  • Regie
    Lars von Trier, Jørgen Leth
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Denemarken
  • Deel dit artikel

The Five Obstructions

Twee Deense filmvirtuozen — Lars von Trier en Jørgen Leth — dagen elkaar in The five obstructions uit tot een duel met de camera. Uit het wapengekletter is een wondermooie film ontstaan.

Lars Von Trier zou Lars Von Trier niet zijn als hij anderen niet met Machiavelliaans plezier het leven zuur zou maken. Maar collega filmmaker Jørgen Leth is daarop voorbereid; hij laat zijn uitdager met zijn stormram tekeer gaan, maar houdt de deur tot zijn vesting hermetisch dicht. Behalve een intellectueel machtsspel tussen twee vooraanstaande Deense regisseurs is The five obstructions een discussie over de regels van het filmvak, over toeval en controle, maar het is ook de wraak van de leerling op de leraar, de documentaire-variant op de klassieke vadermoord à la Oedipus, al noemt Von Trier zijn opdrachten liefst therapie voor de oudere Leth, die er geen geheim van maakt dat hij regelmatig met depressies kampt.
Een echte leerling was Von Trier (Breaking the waves, Dogville) overigens nooit van Leth. Ze kwamen elkaar wel tegen bij het Deense Filminstituut, toen de jonge Von Trier daar stage liep in het archief en Leth er programmeur was. Toen Von Trier op een dag Leths korte film De perfecte mens uit 1967 op een montagetafel bekeek, wilde hij er met Leth over praten, maar die poeierde hem af.

Halve seconde
Diezelfde film vormt in The five obstructions de basis voor vijf remakes, waarvoor Von Trier de uitgangspunten bepaalt. De gesprekken tussen de twee worden afgewisseld met zwart-wit scènes uit het origineel uit 1967 en de nieuwe versies die Leth in opdracht van Von Trier heeft gemaakt. Omdat Leth bekend staat om zijn voorliefde voor lange takes, stuurt Von Trier hem op stap met als doel geen take van langer dan twaalf frames (een halve seconde) te maken. Als Leth zegt dat hij graag op een set werkt, verbiedt Von Trier hem dat. Voor de tweede versie heeft Von Trier het gemunt op Leths afstandelijkheid als observator: hij stuurt hem voor een decadente scène naar de meest miserabele plek op aarde. Als blijkt dat Leth elk obstakel in een inspiratiebron verandert, weigert Von Trier hem nog een beperking op te leggen. Maar ook die test doorstaat Leth glansrijk. Wanneer Leth verklaart hoe hij het toeval in zijn werk koestert, veroordeelt Von Trier hem sardonisch tot het maken van een tekenfilmversie, waarin voor toeval geen ruimte bestaat. Maar zelfs daar slaat cartoon-hater Leth zich doorheen. De onzekere factor zit hem immers al in het spel dat de regisseurs met elkaar spelen.
Voor filmmaken geldt hetzelfde als voor de confrontatie tussen Leth en Von Trier: je kunt nooit helemaal controleren wat er gebeurt. En dat is precies waardoor Von Trier het gevecht van Leth verliest. Hoewel hij ernaar streeft filmveteraan Leth te ‘breken’ en ‘rotzooi’ te laten maken, inspireren de beperkingen Leth alleen maar en kan de virtuoos stomweg niet anders dan mooie films maken. De wijze waarop Von Trier zijn nederlaag erkent is wondermooi: hij onderwerpt zich door de totale controle op te eisen voor de laatste versie die een ode wordt aan zijn uitdager Leth.

Karin Wolfs