The Devil’s Trap

Frantisek Vlácils gotische, bescheiden meesterwerk

The Devil’s Trap

Zeven jaar na de late bioscooprelease van Marketa Lazarová (1976), misschien wel de Tsjecho-Slowaakse klassieker der klassiekers, verschijnt Frantisek Vlácils eerdere middeleeuwse epos The Devil’s Trap op blu-ray. Een mooie aanleiding om in het grandioze filmwerk van de meester van de Tsjechische film te duiken.

In Tsjechië wordt hij nog altijd gezien als een van de belangrijkste filmmakers uit hun rijke filmgeschiedenis, maar buiten de culturele grenzen van Oost-Europa kan kunstenaar en regisseur Frantisek Vlácil (1924-1999) op weinig bijval rekenen. Zeven jaar geleden mocht het Nederlandse publiek dankzij de late release van Marketa Lazarová (1976) even kennismaken met het geestverruimende filmbrein van deze Tsjechische meesterfilmer.

Of dat genoeg erkenning is voor een van de beste naoorlogse regisseurs blijft de vraag. In eigen land wordt Vlácil gezien als de spirituele grondlegger van de Tsjechische New Wave. Hij was voor Tsjecho-Slowakije wat Robert Bresson voor de Franse Nouvelle Vague was. Dat de meeste van zijn films hier nauwelijks te zien zijn, betekent dat er voor velen nog een cinefiele schatkist verborgen ligt.

Gelukkig is er het boetieklabel Second Run, dat de afgelopen decennia bijna het volledige oeuvre van Vlácil beschikbaar heeft gemaakt voor de thuiskijkers, waaronder nu dus ook The Devil’s Trap (Dáblova past, 1962), wat — afhankelijk hoe je het wilt bekijken in zo’n rijk oeuvre — dé sleutelfilm in het werk van Vlácil is. Zijn doorbraak The White Dove (Holubice, 1960) wordt gezien als het filmische begin van de Tsjecho-Slowaakse New Wave, een sociaal-realistische en maatschappelijk betrokken allegorie over de strijd tussen goedheid en kwaad. Met opvolger The Devil’s Trap dook Vlácil gelijk zo diep als hij kon in zijn eigen fascinatie met de Europese middeleeuwen, en dan vooral de historische grenzen van de wreedheid van de mens.

Je kan het hallucinante Marketa Lazarová en het meer barokke Valley of the Bees (Údolí vcel, 1968) erbij nemen voor een losse trilogie over historische wreedheid, conflict en corruptie. Dan is The Devil’s Trap wel het buitenbeentje: geen breedbeeldspektakel, maar een evengoed virtuoze, historische film in veel krappere kaders. Van die bijna vierkante Academy ratio maken Vlácil en cameraman Rudolf Milic overigens mooi gebruik door de strijd tussen een middeleeuwse molenaar en een verbeten priester vooral visueel te verkennen. Zoals in het lang aangehouden openingsshot van de decoraties aan de buitenkant van een kerk, waarin we een gepijnigde Jezus zien terwijl de priester gehuld in zwart door de straten schuifelt. Je begrijpt direct dat er in The Devil’s Trap hogere machten spelen.

Nog mooier wordt dat verbeeld met een terugkerend, zwevend shot dat van het platteland naar de voordeur van de misschien wel behekste molen vliegt. Bijna als een home invasion- of monsterfilm dus, maar dan vanuit een dogmatische, ideologische aanval. Het doet denken aan Sam Raimi’s iconische monster point of view-shots uit The Evil Dead (1981), maar dan is het monster hier de lokale geestelijkheid die de molenaar wantrouwt. Die visuele rijkdom, in combinatie met het psychedelische geluidsdesign en de haarscherpe Eisensteiniaanse montage maken van The Devil’s Trap een onmisbaar hoofdstuk uit de geschiedenis van de Tsjechische film.


The Devil’s Trap is vanaf 28 februari to koop op dvd/blu-ray (Second Run, import, regiovrij)