The Curse of La Llorona

Komt een vrouw bij de sjamaan

De nieuwste horrorfilm van de hand van James Wan zet een visie voort die de horrormaestro al sinds Insidious uitdraagt. Hoe lang laat het publiek zich nog opschepen met dit soort conservatieve horror die zich vastrijdt in clichés tot het geen kant meer op kan?

Het is een donkere nacht, er hangt onweer in de lucht. Er weerklinkt een onheilspellend geluid, precies op de plek in het huis waar niemand ooit heengaat ’s nachts. Je staat toch op en gaat er langzaam heen. Zo nu en dan hoor je violen aanzwellen, maar terwijl je nu door huis loopt verstommen die. Zo weet je dat de volgende jump scare eraankomt…

Meer ongemakkelijk dan doodsbang? Welkom, je bevindt je in het universum van de commerciële horror. Bovenstaande zinnen beschrijven niet enkel de nieuwe horrorhype The Curse of La Llorona (2019), maar zowat alle grote hits die horrorregisseur James Wan de afgelopen jaren scoorde, van Insidious (2010) via The Conjuring (2013) naar Annabelle (2014), en langs alle aanverwante prequels, sequels en andere -quels. Films waarin ook de demonen inmiddels wel erg veel op elkaar zijn gaan lijken – zie de voorbeelden hieronder.

Die eenvormigheid is inmiddels de standaard in de bovennatuurlijke horror, een genre waarin de laatste jaren steeds minder experiment en variatie te vinden is. Combineer dat met een onweerstaanbare drang naar realisme en je krijgt een verwarrende hybride horrorfilm als The Curse of La Llorona, waarin de geloofwaardigheid ver te zoeken is.

The Curse of La Llorona

Snelle schakels
The Curse of La Llorona schakelt de eerste dertig minuten van het negentig minuten durende werk voortdurend tussen verschillende thema’s als folklore, familie en religie en probeert daar ook een harmonie tussen te vinden. Na het eerste halfuur worden de bijverhaaltjes opzij geschoven om te focussen op de echte horror: de demon die zich aan de familie van het hoofdpersonage vastzuigt en de familie die daaraan wilt ontkomen.

The Conjuring 2

Die demon is La Llorona, oftewel “the weeping woman”, een vrouwelijke belichaming van het kwaad die haar kinderen uit wraak op het overspel van haar echtgenoot verdronk. Nu is ze gedoemd om over de aarde te dwalen en kinderen te zoeken die de hare kunnen vervangen.

Insidious

Dat monster is gebaseerd op een legende uit de Latijns-Amerikaanse folklore, en heeft daarmee de potentie om het Westerse publiek mee te nemen naar een voor hen onbekend universum. Maar dat is niet wat Wan ons presenteert. Het publiek zit, net als de film, vast in een wereld die tegelijkertijd realisme en fantasie nastreeft en uiteindelijk nietszeggend is. Het publiek krijgt een dwingende uitnodiging om het verhaal te geloven, omdat het vergezeld wordt van vele conventionele truuken uit Pandora’s horrordoos.

Het is een onbereikbaar doel van een filmpubliek te verwachten dat ze het bovennatuurlijke en de gewone wereld in hun eigen belevenis verenigen tot een geloofwaardig universum, wanneer dat universum enkel beantwoordt aan de regels van de conventionele horror en niet aan die van het echte leven. Bovendien is het weinig zinvol ‘de echte wereld’ met alle middelen mogelijk te proberen te betrekken in een film die zich nu net als dat andere, met name het onnatuurlijke voorstelt.

Daar tegenover staat wel kwaliteitsvol camerawerk en prachtig aangeklede locaties. Toch worden ook die middelen vooral ingezet om jump scare na jump scare te bewerkstelligen, een gemakzuchtig mechanisme waar je je als filmmaker eindeloos van kan blijven bedienen. Een publiek valt immers niet de desensitiveren voor iets waarvan het zal schrikken, ook al kondigt dat zich van mijlenver aan.

Gescheiden werelden
Wan lijkt verloren te zijn gelopen in het ingewikkelde horroruniversum dat hij de afgelopen jaren creëerde. De missie om een publiek vergeefs te doen geloven dat demonen overal in het Los Angeles van de jaren zeventig verscholen zitten, doet af aan de geloofwaardigheid.

Het moet ook anders kunnen. De wereld van fantasy en van realisme gescheiden houden, heeft ook in het verleden al heel wat moois geleverd. Aan de ene kant situeren zich nagelbijters als Silence of the Lambs (1991), die zo dichtbij het echte leven komen dat de kijk daarop verandert. Aan de andere kant bevinden zich films die er juist voor kiezen om de realiteit volledig te overstijgen en te vertrouwen op het vermogen tot fantaseren van de kijkers, zoals Donnie Darko (2001). The Curse of La Llorona bleek ondanks potentieel niet meer dan een verwarrende mengelmoes.


Deze recensie werd geschreven in het kader van Filmkrant Lab 2019, een trainingstraject voor jonge filmcritici.