The Ballad of Buster Scruggs

De Coens schieten gaten in de illusie

Voor Netflix maakten Joel en Ethan Coen de uitzinnige omnibusfilm The Ballad of Buster Scruggs. Ze verpakten hun luchtige diepzinnigheden opnieuw in een western, waarin verhalen een tijdelijke ontsnapping bieden aan de dood. Het verhaal zelf gaat altijd door.

We zitten in een mysterieuze koets die nooit stopt, opgesloten met vreemden, op weg naar nergens. Ziehier het tragische beeld van ons leven, geschetst door Joel en Ethan Coen in het laatste verhaal uit hun omnibusfilm The Ballad of Buster Scruggs. Om de rit op weg naar het einde zo goed mogelijk door te komen, pleiten de Coens voor meer verhalen, heerlijke nonsens, eigenlijk zoals die van de Coens zelf, ronkend verteld of engelachtig gezongen. Onderweg in die koets mag er best wat meer gelachen worden.

De Coens leggen er eer in om deze verrukkelijke onzin zo mooi mogelijk te boetseren. Vaak hebben hun verhalen geen pointe, en dat is juist het punt: het leven wordt geregeerd door toeval en wreedheid in een onverschillig universum – een ontknoping of logica is vaak ver te zoeken. Of zoals de legendarische gunslinger Buster Scruggs (bijnaam ‘The Misanthrope’) het treffend zegt in hun nieuwe film: “Things escalate pretty quickly out in the West, with one thing leading to another.” De ene gebeurtenis volgt op de ander, meer valt er eigenlijk niet over te zeggen. De betekenis die we aan gebeurtenissen geven ontspruit geheel aan onze fantasie.

Plagerig
In The Ballad of Buster Scruggs zijn zes korte films verbonden door een vergeeld boek vol ouderwetse geïllustreerde westernverhalen. In elk verhaal gaat er wel iemand dood. Het ene leven houdt op, maar het verhaal gaat altijd door: “That will be another story, different but yet the same.” Na True Grit en No Country for Old Men hebben de Coens hun bekende luchtige diepzinnigheden opnieuw verpakt in het westerngenre, ditmaal met uitzinnige stereotypes die regelmatig in de mooiste volzinnen beginnen te oreren.

De Coens gebruiken expres de archaïsche beeldtaal uit het verstofte Wilde Westen, voordat het westerngenre heruitgevonden en gerespecteerd zou worden. Oude bekenden als de gewetenloze gunslinger, de hulpbehoeftige vrouw, de ongeschoren outlaws, de oude goudzoeker, de knappe vreemdeling en de woeste Indianen komen vrolijk voorbij alsof er al die jaren niets in Amerika is veranderd. Met zichtbaar plezier, een beetje plagerig soms, zetten de Coens elke ‘foute’ karikatuur nog wat dikker aan. Ze begonnen al vijfentwintig jaar geleden met het bedenken van deze verhalen, die vooral ook een liefdevol eerbetoon zijn aan westerns als The Treasure of the Sierra Madre en Stagecoach.

Freakshow
Een vleugje empathie kringelt de film binnen in de vertelling waarin een jonge vrouw meerijdt in een karavaan naar Oregon, en haar leven binnen korte tijd op zijn kop komt te staan. Ook aangrijpend is het melancholieke segment over een freakshow waarin een Brit zonder armen en benen dag in dag uit de gedichten van Shelley en de Onafhankelijkheidsverklaring voordraagt voor een schamel publiek. Deze begaafde redenaar is voor zijn zorg zelf totaal afhankelijk van zijn zwijgzame broodheer (Liam Neeson), die hoogstpersoonlijk de harteloze entertainmentindustrie vertegenwoordigt.

De film zelf is één grote demonstratie dat vermaak voor ons stervelingen een broodnodige illusie is. Maar de vingervlugge cowboys Coens schieten daar met sardonisch genoegen ook net zo makkelijk gaten in.