Texas Chainsaw Massacre

Zagen op dorre grond

Texas Chainsaw Massacre

De nieuwste remake van Texas Chainsaw Massacre roept al te enthousiast het meesterlijke origineel van Tobe Hooper in herinnering. Onhandig, want het benadrukt vooral hoe pijnlijk overbodig deze nieuwste variant is van een film die nooit een film­serie had hoeven zijn.

Er is al veel geschreven over de inspiratieloze reboot-cultuur die de mainstream Amerikaanse film in haar ban heeft. Waar niet vaak genoeg bij stilgestaan kan worden is hoe dodelijk vermoeiend deze tendens eigenlijk is.

Kijk naar films als Jurassic World (Colin Trevorrow, 2015), Terminator: Dark Fate (Tim Miller, 2019) en Ghostbusters: Afterlife (Jason Reitman, 2021) en je ziet een verstopte filmmachine die niet voorbij haar eigen culturele erfgoed durft te reiken.

Deze zogenoemde legacy sequels zijn niet alleen een vervolg op een geliefd origineel, maar ook een poging om dat origineel te mythologiseren. Personages uit de oudere, betere films worden in het pantheon van helden geplaatst door nieuwere, slechtere films. Het is een bijzonder irritant fenomeen, omdat de nieuwe films zich zo graag willen scharen naast hun spirituele voorgangers, terwijl ze dat op kwalitatief niveau bijna nooit verdienen – zeldzame films zoals Creed (Ryan Coogler, 2015) daargelaten; uitzonderingen die de regel bevestigen.

Een recente toevoeging aan de schier eindeloze reeks aan overbodige vervolgen is Texas Chainsaw Massacre van de Texaan David Blue Garcia. Deze Netflix-film doet een poging om het meesterlijke origineel van Tobe Hooper uit 1974 nieuw leven in te blazen door aan de haal te gaan met de nalatenschap van Leatherface, een seriemoordenaar die gehuld in een masker gemaakt van de huid van zijn slachtoffers en gewapend met een kettingzaag zijn prooi opjaagt. De nieuwe film volgt vier millenials uit Austin die in het Texaanse gehucht Harlow hun eigen hipsterscene willen opzetten. Vol ijdele hoop over lage vastgoedprijzen (misschien is de grootste horror in de film de uit de klauwen gelopen huizenmarkt) kopen ze het dorp op, om het te veilen aan generatiegenoten die een kunstgalerie of brunchrestaurant buiten de grote stad willen oprichten.

De woke millenials hebben buiten de lokale Texanen van de oude stempel gerekend, die hun conservatieve Americana niet zomaar opgeven. Zoals veel recente horrorfilms (The Hunt; The Purge; Halloween Kills) speelt Texas Chainsaw Massacre met tegenstellingen tussen rode en blauwe stemmers, en met generatiekloven tussen boomers, gen-X, millenials en zoomers. Het is zaaien in dorre grond, met enkel de welbekende clichés als opbrengst: oude, witte mannen rijden milieuvervuilende trucks en jongeren zitten te veel op hun telefoon. Als Leatherface met zijn kettingzaag de boel eindelijk komt verzieken, zaagt hij door lege calorieën.


Texas Chainsaw Massacre is nu te zien op Netflix.