Sweet Thing

Gedeelde groeipijn

In Sweet Thing laat Alexandre Rockwell zich kennen als een onversneden onafhankelijk filmer. De hele familie Rockwell werkte vol overgave mee aan een groei­pijnendrama dat claustrofobisch begint om een soort van hoopvol te eindigen.

De zestienjarige Billie wordt door haar straalbezopen vader meegesleurd naar een smoezelige badkamer, waar hij haar prachtige lange krullen afknipt. Het pijnlijk close gefilmde gezicht van Billie verraadt dat dit niet de eerste keer is dat ze met de schaar gestraft wordt voor – ja, voor wat eigenlijk? Haar jeugdige schoonheid? Haar aantrekkingskracht op ranzige types die haar onzedelijke voorstellen toeroepen?

De scène uit Sweet Thing is indringend omdat we diezelfde vader, vol overgave vertolkt door bijrolspecialist Will Patton, eerder hebben leren kennen als een alcoholist met een klein hartje. Ondanks een uitzichtloze leefsituatie in het soort desolate kustplaatsje waarin hedendaags Amerika grossiert, probeert pa toch nog iets te maken van het kerstfeest. Met in aluminiumfolie verpakte presentjes en een bij Walmart gejatte boom. Door de ogen van de naar Billie Holiday vernoemde tiener zien we echter hoe de manische drankverslaafde steeds verder afglijdt. Tot de politie hem van de straat trekt om af te kicken.

Hierna vinden Billie en haar jongere broertje Nico onderdak bij hun ongeïnteresseerde moeder. In voice-over omschrijft Billy de lompe vriend van ma als “een ander soort drinker”. Wanneer deze griezel zich aan Nico probeert te vergrijpen, knijpen zus en broer ertussenuit. Ze krijgen gezelschap van Malik (Jabari Watkins), een op het strand rondhangende jongen die erg handig blijkt te zijn in het stelen van auto’s.

Vanaf dat moment verandert Sweet Thing van een claustrofobisch rotjeugddrama in een meanderende roadmovie. In zijn uitbeelding van de gedeelde groeipijnen van Billie, Malik en Nico laat Alexandre Rockwell zien dat hij in hart en ziel een American independent is gebleven. In navolging van zijn mentor John Cassavetes zette Rockwell zijn hele familie in bij het maken van de film, met echtgenote Karyn Parsons als de afwezige moeder en zijn kinderen Lana en Nico in de glansrollen van Billie en Nico. Stilistisch put de film vooral uit het arsenaal van de indie cinema rond 1990 – de tijd dat Rockwell doorbrak in het festivalcircuit met In the Soup (1992). Met als basis de solide zwart-witfotografie van de jonge Deen Lasse Ulvedal Tolbøll veroorlooft Rockwell zich frivoliteiten als irisfade-outs, in kleur gefilmde geluksmomentjes en over het beeld geprojecteerde tekstflarden.

Het zijn ingrepen die lucht geven aan een melodrama dat, ondanks een tragische ontwikkeling, toch hoopvol eindigt. Meer nog dan aan de regisseur is dat te danken aan diens dochter Lana. Zij maakt van haar personage Billie een onverzettelijke beschermer van haar disfunctionele familie. Steeds wanneer een geliefde dreigt te bezwijken onder de chaos zingt zij Van Morrisons ongegeneerd romantische ballade ‘Sweet Thing’. Haar zoete stem brengt instant troost.