Suro
Idealen sneuvelen razendsnel in complexe realiteit
Als er in Spanje een Ik vertrek bestaat, dan zou het stadse millennial-stel in Suro de jackpot zijn voor de producenten. De idealistische Ivan en Helena besluiten een geërfde kurkplantage in Catalonië te bestieren, maar de werkelijkheid is weerbarstig.
Nu zij zwanger is, vinden Ivan en Helena het tijd om Barcelona te verlaten en ‘echt’ te gaan leven, op het platteland in Catalonië. De twee hoogopgeleide architecten willen het geërfde huis van Helena’s tante eigenhandig opknappen. Ze dromen ervan zo veel mogelijk zelfvoorzienend te worden en willen de kurkplantage die bij het huis inbegrepen was gaan bestieren. Zonder enige noemenswaardige kennis van zaken.
Verliefd en vol goede moed arriveert het stel in hun vervallen landhuis. Er blijkt een ezel bij te horen die een kameraad nodig heeft en een waterput die gevuld moet worden: hiermee worden natuurbranden bestreden. Dat beide zaken lang blijven liggen, geeft al aan dat dit geen makkelijke landing gaat worden.
Sowieso is de sfeer in dit relatiedrama van meet af aan unheimisch. De droge bossen zijn alomtegenwoordig en ondoorgrondelijk, de eeuwige hete wind een geest die zich niet meer in de fles laat stoppen. Terwijl Helena zich op het ontwerp van het huis stort, trekt Ivan er met een ingehuurde groep boomkappers op uit om kurk te oogsten. Het zijn mannen van weinig woorden die trefzeker in basten staan te hakken. Maar onderhuids is er van alles aan de hand en Ivan heeft als patrón niet veel tijd om alles te doorgronden.
Waar het stel onderling aanvankelijk nog met een mix van naïviteit en stadse hooghartigheid spreekt over de locals, merken ze snel dat de cultuurclash tussen stad en platteland serieus is. Ook onderling, nu hun gezamenlijke leven werkelijk ingewikkeld wordt. Het duurt niet lang eer ze elkaar helemáál niet meer kunnen vinden: ze blijken wezenlijk anders te denken over de wereld en de mensheid, maar ook over hoe je een bedrijf runt en je problemen oplost.
Filmmaker Mikel Gurrea werkte na zijn studie zelf een tijd op zo’n plantage, waar hij direct aanvoelde dat hij een buitenstaander was en bleef: hij was wel aan het werk, maar hij was geen arbeider; hij sprak wel Catalaans, maar was geen Catalaan. In Gurrea’s speelfilmdebuut weet zijn hoofdrolspeler Pol López dat sentiment steeds voelbaar te maken.
De afstand tussen stad en provincie is door heel Europa een hot item en is daarmee een dankbaar thema voor films. Denk aan recente arthousetitels als Alcarràs (2022) en Las bestias (2022). Gurrea castte naast zijn hoofdrolspelers voornamelijk lokale bewoners, die hun stille en weerbarstige zelf blijven en nergens ‘spelen’. Hoewel er veel thema’s voorbijkomen – relatieproblematiek, klimaatverandering, racisme, klassenverschillen – kiest Gurrea ervoor niet alles uit te spellen. Toch zorgen al die issues tezamen voor een onderhuidse spanning die soms subtiel, soms ronduit explosief tot uiting komt. Het blijkt verdomd lastig om je idealen hoog te houden als de praktijk zo weerbarstig is. Je mag al blij zijn als je überhaupt het hoofd boven water houdt.