Supereroi

Verhaspeld liefdesverhaal

Supereroi

Een relatie langer dan twintig jaar volhouden, dat kunnen alleen romantische superhelden. En dat zijn Marco en Anna, de hoofdpersonen van Paolo Genovese’s Supereroi, dat nooit helemaal de hartverscheurende liefdesgeschiedenis wordt die het wil zijn.

Vrijwel de hele wereld kent het werk van Paolo Genovese, al zal zijn naam weinig mensen iets zeggen. De Italiaan is namelijk de man achter Perfetti sconosciuti (2016), waarin een vriendengroep onder druk komt te staan doordat ze tijdens een dinertje alle binnenkomende berichten op elkaars telefoons lezen. Een concept dat naar zo’n beetje elk ander land vertaalbaar bleek, met inmiddels meer dan twintig remakes, waaronder in Nederland Alles op tafel (Will Koopman, 2021) met onder anderen Linda de Mol en Diederik Ebbinge.

In Genovese’s nieuwste film Supereroi (‘superhelden’) staat niet een vriendengroep, maar een relatie onder druk. Daar is geen truth or dare met mobiele telefoons voor nodig, want: jaloerse exen, ziekten of gewoon de alledaagse sleur. “Tien jaar samen is moeilijk, twintig uitzonderlijk, maar voor langer heb je toch wel superkrachten nodig”, aldus kunstenaar Anna (Jasmine Trinca). Zij pitcht haar uitgever een stripidee over de ups en downs van het moderne liefdesleven, gebaseerd op haar eigen relatie met Marco (Alessandro Borghi), een natuurkundige die van orde en regels houdt. Superhelden noemt ze het boek, en de uitgever ziet er met­een brood in.

De twintig jaar die Marco en Anna samen zijn vormen de spil van Supereroi. Een tragische liefdesgeschiedenis die mooi begint met een toevallige ontmoeting, schuilend voor een zomerse regenbui, en vervolgens ambitieus door de tijd heen en weer springt. Er zijn veranderende vriendenkringen, grillige persoonlijkheden en botsende kinderwensen die de ware liefde dreigen te dwarsbomen, maar ook tedere momenten zoals de eerste date waarop Anna de twee als oud echtpaar op Marco’s muur vereeuwigt, of wanneer Marco trots glunderend bij de presentatie van Anna’s eerste stripboek in het publiek zit.

Genovese speelt soms slim met de chronologie, waardoor vermeend overspel in de scène erna allang overwonnen blijkt of het juist logisch wordt dat oud zeer zo lang blijft doorsudderen. Maar de sprongen werken op andere plekken juist verwarrend – waarom heeft Marco ineens een snor of draagt Anna een kek hoedje? En al zit je aan het eind van Supereroi met een brok in je keel, ergens had dit verhaal misschien beter lineair verteld kunnen worden – door de fragmentarische structuur dwalen je gedachten onbedoeld naar andere tragische filmliefdeskoppels, zoals Olga en Eric uit Turks fruit (Paul Verhoeven, 1973) of recentelijk Julie en Aksel in The Worst Person in the World (Joachim Trier, 2021).

Toegegeven: diezelfde intensiteit is er af en toe in Supereroi. Maar vaker is de liefde te schematisch en voelen de tijdssprongen vooral als een trucje dat Genovese uithaalt.