Stereo en Crimes of the Future
Prototypes voor Cronenberg-obsessies
Slechts één ster (‘zwak’) deelt de SpeelFilmEncyclopedie uit aan Stereo (1969) en Crimes of the Future (1970), de eerste twee films van David Cronenberg. Te traag, te experimenteel, te avant-garde, oordeelde men streng. We hebben hier inderdaad te maken met vreemde, zeer vreemde films, die maar weinigen zullen bekoren maar hoe dan ook uniek zijn.
Stereo kun je volgens Cronenberg zien als prototype voor Scanners (de film met de exploderende hoofden), en ook Crimes of the Future bevat al wat bekende Cronenberg-obsessies: lichamen die spontaan vergroeien door uit de hand gelopen wetenschappelijke experimenten.
In Stereo worden acht personen onderworpen aan een hersenoperatie waarna ze telepathische vermogens ontwikkelen. Althans, dit zien we niet, maar dit horen we van een voice-over, die op een gevoelloze toon mededeelt hoe dit experiment is verlopen, alsof hij een wetenschappelijke instructiefilm inspreekt. Niet zelden heeft hij het over ‘psychosomatische entiteiten’ in een ‘empirisch ruimte-continuüm’.
De personages, als je daar al van kunt spreken, lopen rond in een geluidloze, zwart-witte wereld, vol betonnen gebouwen en lange gangen, waarin ze zonder met elkaar te spreken ronddwalen (om kosten te besparen heeft Cronenberg namelijk geen synchroon geluid gebruikt). Stereo speurt rond in het grensgebied van het zintuiglijke en het niet-zintuiglijke, het concrete en het abstracte, het fysieke en het psychische, grote woorden die allengs vervagen omdat je langzaam in trance wordt gebracht.
Crimes of the Future is niet wezenlijk anders. Mannen in witte jassen met gelakte nagels dolen rond in het House of Skin, een voormalige kliniek voor rijkelui die een mislukte cosmetische operatie hebben ondergaan. Dankzij een gestoorde dermatoloog stroomt er nu een witte, bruisende vloeistof uit verschillende lichaamsdelen van de patiënten, krijgen vrouwen vreemde bloedingen en groeien er spontaan organen zonder functie aan of verschijnen er plots zwemvliezen tussen de tenen.
Verwacht geen bloederige taferelen, maar een klinische weergave van de feiten, net als in Stereo uitgesproken door eenzelfde soort monotone voice-over, met ongemakkelijk geknars op de geluidsband. Beide compromisloze films zijn uiterst statisch en strak geometrisch vormgegeven, wat ze nog wereldvreemder maakt. Later zou Cronenberg iets publieksgerichtere films gaan maken. Zijn eerste twee schepsels hebben dan wel dezelfde genen als zijn latere werk, maar ze zijn nog wat in zichzelf gekeerd.
Stereo en Crimes of the Future zijn verkrijgbaar op dvd (Filmfreak).