SKY CAPTAIN AND THE WORLD OF TOMORROW

Jacht op gekke geleerde

Buck Rogers, King Kong en Metropolis waren de inspiratiebronnen voor de mooie maar overvolle avonturenfilm Sky Captain and the world of tomorrow.

De angst voor technologische vooruitgang heeft vele heerlijke films opgeleverd. Vooral genetische manipulatie scoort hoog op de lijstjes van afschrikwekkende experimenten. De spin uit Jack Arnolds Tarantula (1955) werd bijvoorbeeld geïnjecteerd met een raar goedje waarna het beestje prompt uitgroeide tot een 30 meter groot monster. De onfortuinlijke wetenschapper die dit veroorzaakte, had desondanks het beste voor met de mensheid: hij zocht naar een groeimiddel voor voedsel om de hongersnood te bestrijden. Een collega-geleerde, de waanzinnige Dr. Moreau, hield er in Island of lost souls (1933) minder goede bedoelingen op na. Zijn gemuteerde half mens, half dieren komen aan het eind dan ook in opstand tegen hun schepper.
Je herkent de doorsnee waanzinnige wetenschapper aan zijn tirades tegen de mensheid. Soms zet hij zijn grootscheepse uitvindingen in tegen de mens om de overige aardse schepsels juist van de ondergang te redden. De aarde is beter af zonder mens, die als een onverwoestbaar woekerkruid steeds meer ruimte opeist. Ook de avonturenfilm Sky Captain and the world of tomorrow heeft zijn eigen ontspoorde/visionaire wetenschapper, Dr. Totenkopf. Ergens in de film zien we een mini-olifant in een glazen stolp, dus de schepper Totenkopf lijdt duidelijk aan een onvervalst godscomplex. Zwoele piloot Jude Law en kittige journalist Gwyneth Paltrow jagen op hem en doen hun best om erachter te komen of God wel echt bestaat.

Stripfanaat
Regisseur en scenarist Kerry Conran heeft in zijn imposante debuut een imaginaire wereld van jewelste opgetrokken. Hij maakt er geen geheim van dat hij uit hetzelfde vaatje heeft getapt als de regisseurs van klassiekers als Metropolis, Frankenstein, King Kong en The wizard of Oz. Zijn werkwijze mag bijzonder genoemd worden: de korte opnametijd bestond enkel uit een paar acteurs die op een lege set voor een blauw scherm acteerden; de locaties, decors, attributen en overige art direction zijn daarna digitaal vervaardigd. Conran liet zich inspireren door de klassiekers uit de jaren dertig en gebruikt veel beeldovervloeiers (een krantenkop die over het beeld schuift bijvoorbeeld) en geometrische kaderingen (zoals schuine lijnen van wolkenkrabbers). De uitgebleekte, blauwige decors spelen zo ook een van de hoofdrollen. Als de piloot en de journaliste een vliegtuigloods binnenlopen, dan worden de deuren en muren zo hoog opgetrokken dat ze er als nietige mensjes in verdrinken: zo suggereert Conran de aanwezigheid van een grotere macht, die de mens ook weer zelf gecreëerd kan hebben.
Sky Captain zit vol met fijne vondsten. Conran is stripfanaat en dat zullen we weten ook. De goedaardige uitvinder uit zijn film laat zich inspireren door Buck Rogers-stripboeken, en heeft een wapen ontwikkeld dat megastralen uitzendt die metersdik staal kunnen laten smelten.
Verbazingwekkend is dat autodidact Conran geen enkele ervaring had voordat hij zijn debuut maakte. Een smet op zijn eersteling is alleen dat het veel te veel beelden op elkaar stapelt. Conran maakt eigenlijk dezelfde fout als de journaliste in zijn film: ze heeft nog maar twee foto’s op haar rolletje staan, maar vindt het zonde om die op te maken want je weet nooit of er nog een betere gelegenheid komt. Zo rent Conran ook door zijn film, hijgend op zoek naar nog een beter beeld, terwijl wij ons nog stil willen vergapen aan het vorige.

Mariska Graveland