Sibyl

Zwelgen in het melodrama

Een therapeut gebruikt de soapachtige problemen van een van haar cliënten als voer voor een roman in Justine Triets Sibyl, dat zich weldadig wentelt in een overdaad aan drama.

Zijn er in de cinema überhaupt psychiaters te vinden bij wie niet zelf ook een steekje los zit? Het titelpersonage van Justine Triets Sibyl is in ieder geval geen toonbeeld van evenwichtigheid, hoe hard ze ook haar best doet.

Sibyl (Virginie Efira) heeft tegenwoordig een stabiele relatie en een goede carrière als psychotherapeut, en draagt vaardig de verantwoordelijkheden van het moederschap. Maar tien jaar geleden was ze een ambitieuze schrijver, alcoholverslaafd en gevangen in een destructieve relatie met de charismatische Gabriel (Niels Schneider, ook in werkelijkheid Efira’s partner). De sporen van die oude, gebroken versie van Sibyl zijn nog altijd zichtbaar. En nu is ze van plan haar therapiewerk af te bouwen en zich opnieuw op het schrijverschap te storten. Dat zowel haar literair agent als haar eigen therapeut Sibyl deze stap afraden, is een veeg teken.

Net voordat ze de deur van haar praktijk definitief achter zich sluit, dient zich echter een intrigerende nieuwe cliënt aan: de onzekere jonge actrice Margot (Adèle Exarchopoulos). Die heeft een affaire met de beroemdere acteur Igor (Gaspard Ulliel), die op zijn beurt een relatie heeft met Mika (Sandra Hüller), de regisseuse van de film waarin Igor en Margot de hoofdrollen spelen. En nu is Margot ook nog eens zwanger van Igor. Ze klopt niet zozeer voor therapie aan bij Sibyl, als wel om simpelweg de controle over haar leven uit handen te geven.

Dat Sibyl daarmee instemt, is uiteraard hoogst onethisch. Maar al snel gaat ze het therapeutische boekje veel verder te buiten. In de soapachtige verwikkelingen van Margots leven ziet Sibyl een oplossing voor het writer’s block dat haar plaagt: ze neemt hun sessies op en gebruikt ze bijna woord voor woord in haar boek. Tegelijkertijd rakelen Margots bekentenissen Sibyls geschiedenis met Gabriel op.

Dat is, al met al, nogal wat om mee te dealen – zowel voor Sibyl als voor de kijker. Niet alleen wat betreft de plot, die een aantal wilde zijpaden inslaat, maar ook door de vele verschillende tonen die de film aanslaat – van diepgevoeld melodrama tot kluchtige satire. Maar Triet houdt alles zelfverzekerd op de rails en schopte het in Cannes tot de hoofdcompetitie met haar film, die weldadig zwelgt in zijn overdaad aan drama.

Dat zit hem in de stijlvolle, wat gelikte vormgeving, en in de overtuigingskracht van haar acteursensemble. De mannen zijn er vooral om mooi te zijn; Exarchopoulos is een overtuigende damsel in distress; en Hüller steelt de show als hilarische karikatuur van een arthouseregisseur die zichzelf veel te serieus neemt. Maar de dragende kracht is de van oorsprong Belgische actrice Efira, die zich in Frankrijk de afgelopen jaren van romkomactrice opwerkte tot intrigerende leading lady. Dankzij haar blijven ook de meer absurde wendingen in het verhaal gegrond in voelbare emoties.