Scandalous: The Untold Story of The National Enquirer
De moordschoenen van O.J. Simpson als heilige graal

Je weet dat ze fout zijn, de journalistieke belhamelsbende van roddelblad The National Enquirer. De maker van de documentaire Scandalous voelt zich genoodzaakt om te laten zien dat ze inderdaad scandalous zijn. Van dé foto van een overleden Elvis en de moordschoenen van O.J. Simpson tot Trumps Catch and kill.
Roddelbladen worden altijd onderschat. Waarschijnlijk omdat zelfs hun lezers weten dat niet alles wat erin staat (‘stervende Elizabeth benoemt William tot koning!’) helemaal klopt. Maar ze werken als reclame: wat ze in je kop stoppen, krijg je er niet zo gemakkelijk meer uit. In de Verenigde Staten liggen ze in het rek naast de kassa. Je kunt ze domweg niet ontlopen en zo is de vuistregel geworden dat 100 miljoen mensen het bekendste blad, The National Enquirer, ‘zien’.
De VS worden geleid door een marketeer die deze macht nooit heeft onderschat. Al sinds de jaren zeventig verschijnt Donald Trump in ‘de bladen’. Gedurende zijn woelige loopbaan van casino-eigenaar tot bijna bankroet heeft hij zelf journalisten getipt en bijgepraat over zijn rijkdom en succes. Maar met geen van de bladen had Trump zo’n innige band als met The National Enquirer en met uitgever David Pecker.
Protectiegeld
Het was een wederzijds voordelige relatie: Trump leek groter dan hij was en een Enquirer met Trump op de cover deed het altijd goed. Nadat hij zijn kandidatuur voor het presidentschap had aangekondigd, steeg de oplage van de Enquirer met een Trump-foto voorop met 15 procent, zou Pecker later zeggen. De documentaire Scandalous: The Untold Story of the National Enquirer is gemaakt op het moment dat die relatie grondig was verstoord.
Journalisten hadden onthuld dat Trump een affaire had gehad met een pornoactrice, dat zij haar verhaal exclusief had verkocht aan The National Enquirer en dat de redactie het vervolgens had begraven, om Trumps kansen in de verkiezingsstrijd niet te schaden. Trump heeft daarvoor betaald, zo erkende zijn advocaat in 2018. Pecker werkt op dit moment samen met Justitie om hierover te getuigen.
Catch and kill noemden ze het bij de Enquirer en het was een heuse methode, waarmee ze sterren aan zich verplichtten. “Het is protectiegeld”, zegt ex-Enquirer-verslaggeefster Barbara Sternig met een maffiaterm in de documentaire. Sternig kwam er voor het eerst mee in aanraking toen ze wilde onthullen dat de komiek en acteur Bob Hope, destijds de lieveling van Republikeins Amerika, tal van affaires had gehad. Ze werd bij uitgever Gene Pope geroepen, die haar twee lessen leerde. 1) “Ik denk niet dat Amerika dit wil weten over Bob Hope.” En 2) “En nu ga je naar Hope toe en krijg je voortaan de beste verhalen van hem.”
Het aardige van Scandalous is dat we zien dat de Enquirer niet alleen een roddelblad was. Zoals we enkele oud-verslaggevers horen uitleggen: “Wij veranderden de feiten niet. Wij bliezen ze op.” Uitgever Pope verlegde in de jaren zeventig de koers van huiselijke praatjes over beroemdheden, geschreven voor modellezeres ‘Missy Smith uit Kansas City’, naar een hardere journalistieke richting.
Hier is de documentaire op z’n best. Enkele verslaggevers die in deze jaren werden aangenomen – vooral Britten, omdat Pope de Amerikanen maar slapjanussen vond – vertellen voor de camera over sensationele successen. Drie kwartier nadat de dood van Elvis Presley werd bekendgemaakt, stapten zes verslaggevers van de Enquirer in een privévliegtuig met een tas met 50.000 dollar in cash. Alles wat ze over Elvis te weten kunnen komen, is meegenomen, maar ze moeten vooral zorgen dat ze dé foto maken. Uiteindelijk verkleden ze een fotograaf als priester, met een camera onder zijn habijt. Hij slaagt erin bij de doodskist te komen en een kiekje van de dode King of Rock ‘n’ Roll te schieten. Dé foto. Die week is de oplage van de Enquirer een duizelingwekkende 6,9 miljoen exemplaren.
Schoenzolen
De beroepstrots van die generatie verslaggevers gaat eventjes als een zindering door een documentaire die verder nogal Time Life-achtig is: chronologisch verteld, archiefbeelden, mensen die in een stoel zitten en vertellen over vroeger. Dan is het heerlijk om te horen hoe zij hun slag sloegen in de zaak van O.J. Simpson. De sportheld die verdacht werd van moord op zijn vrouw ontkende dat hij schoenen had waarvan het spoor in zijn tuin werd gevonden. De Enquirer loofde een beloning uit voor alle sportfotografen om door hun archieven te gaan om te zien of zij een foto hadden van de zolen van Simpson op de ‘moordschoenen’. En ja hoor, ze vonden die. “Het was alsof we de heilige Graal hadden gevonden.”
Een documentaire over deze journalistieke belhamelsbende, die van hun baas op en over de rand van het wettelijk toegestane (telefoons tappen, post uit brievenbussen hengelen) mocht gaan, had op zijn best iets als The Wolf of Wall Street (Martin Scorsese, 2013) kunnen opleveren. Je weet dat ze fout zijn, maar wat een lol hebben we in hun schelmenstreken. Het is dramatisch gesproken jammer dat regisseur Mark Landman zich genoodzaakt voelt om te laten zien dat ze inderdaad scandalous zijn. Hij heeft daarom niet alleen de oude schelmen geïnterviewd, maar ook serieuze journalisten als Carl Bernstein en Maggie Haberman van The New York Times. En die zeggen dan dat de methodes van de Enquirer ‘corrupt’ zijn. Ja, dat zijn ze. Maar dat wisten we al.