Sans soleil

Elk beeld een herinnering

Sans soleil

Een goede restauratie kan je het gevoel geven een film opnieuw voor het eerst te zien. Chris Markers Sans soleil is een film die je altijd met nieuwe ogen bekijkt.

Een aantal keer in Sans soleil (1983) laat Chris Marker (of misschien beter gezegd: Sandor Krasna, daarover later meer) zijn beelden bewerken tot een abstractie van kleuren en pixels, door een gameontwikkelaar die de machine waarmee hij dat doet ‘de zone’, noemt, naar Tarkovski’s Stalker (1979). Op een bepaalde manier zijn de beelden na die bewerking ‘eerlijker’, of oprechter. Omdat ze niet doen alsof ze een directe weergave zijn van de werkelijkheid. Omdat ze erkennen die werkelijkheid te filteren.   

Zelfs als we zonder camera naar de wereld kijken, is het beeld gefilterd. We zien nooit alleen wat is, maar ook wat we eerder zagen, elders zagen, nog niet zagen maar ons wel voorstelden. “We look at the world once, in childhood. The rest is memory”, dichtte Louise Gück. Elk beeld in Sans soleil, misschien wel elk beeld in al het werk van Marker, is een herinnerd beeld. Een beeld dat andere beelden echoot, achtervolgt, voorspelt.

Sans soleil is nu, in een mooie restauratie waarin de textuur van het beeld behouden is gebleven, te zien op Mubi, geflankeerd door Letters from Siberia (1958) en La jetée (1962) in een programma onder de titel Chris Marker: een essayist uit de toekomst. Als het over Marker gaat, klinken vaak dat soort kwalificaties; een tijdreiziger, een buitenaards wezen. Little White Lies-hoofdredacteur David Jenkins noemt Sans soleil op Letterboxd “the ultimate cinematic ufo”.

Met zijn associatieve dialectiek tussen woord en beeld, zijn mengeling van fictie en documentaire, stond Marker, die de term cinéma vérité omboog naar “ciné, ma vérité” (film, mijn waarheid), aan de basis van wat nu de essayfilm heet. Maar hoewel we inmiddels bekend zijn geraakt met die vorm, die door talloze makers talloze invullingen is gegeven, heeft het zijn werk niet ontdaan van zijn enigmatische kwaliteit. Films als La jetée en Sans soleil voor het eerst zien, voelt nog steeds als stuiten op een buitenaards, buitentijds artefact.

Sans soleil bestaat uit documentaire beelden, deels archief, deels geschoten door Marker, van onder meer Kaapverdië, Guinee-Bissau en vooral Japan. Dat land was een levenslange fascinatie voor Marker. “Japan uitvinden is simpelweg een andere manier om het te leren kennen”, schrijft Marker in het boek Les dépays, dat in 2024 voor het eerst in een Engelstalige uitgave verscheen. Het boek, bestaand uit drie korte essays en een aantal zwart-witfoto’s die Marker maakte in Japan, kan beschouwd worden als een companion piece bij Sans soleil.

Op de geluidsband van Sans soleil leest een vrouwenstem brieven voor van de fictieve cinematograaf Sandor Krasna. (Terzijde: Mubi biedt de film aan met zowel Frans- als Engelstalige audio. Marker nam ook nog een Japanse en Duitse versie op, zodat zoveel mogelijk kijkers de film konden zien in een taal die hen vertrouwd is.) “Waarom zulke ingewikkelde uitvluchten om te vermijden simpelweg ‘ik’ te zeggen?”, vraagt Jonathan Rosenbaum zich in een essay voor Criterion af. Die vraag is natuurlijk retorisch en het antwoord dat ‘ik’ zeggen allesbehalve simpel is.

“Het verleden is als een vreemd land”, schrijft Marker elders in Les dépays. Vrijwel iedereen kent wel het gevoel dat een verblijf in een ver land na thuiskomst bijna kan voelen als een buitenlichamelijke ervaring. Alsof wie we daar waren (deels) daar is achtergebleven. Niet alleen ruimte doet dat, ook de tijd (of eigenlijk bevindt het werk van Marker zich in de ruimtetijd, daar waar die twee niet te scheiden zijn). Wie we waren toen we iets meemaakten, is niet wie we zijn als we ons dat herinneren. Daarom is herinneren ook altijd een vorm van herschrijven. En in dat herschrijven zijn media een steeds belangrijkere rol gaan spelen.

Mijn misschien wel favoriete sequentie van Sans soleil is een montage van slapende mensen in Japanse treinen en metro’s. Een hoofd dat langzaam richting een schouder zakt, handen gevouwen in een schoot, voeten over de armleuning van een stoel. Marker doorsnijdt die beelden met shots uit films als Kuroneko (Kaneto Shindō, 1968), Hausu (Nobuhiko Ōbayashi, 1977) en de onvolprezen animatiefilm Galaxy Express 999 (Rintaro, 1979). Door films, en een massamedium als televisie (een belangrijk motief in de film), zijn er steeds meer beelden die in een collectief geheugen rondzwerven. Dus waarom zouden we dan niet collectief gaan dromen?

Sans soleil is nog zo veel meer dan de losse observaties hierboven. Het is ook een politieke film, een etnografische film. Een liefdesverklaring aan katten, en uilen. Een film die zich nooit helemaal laat definiëren, die elke keer dat je hem ziet weer andere vormen aanneemt. Omdat de ogen waarmee je kijkt niet de ogen zijn waarmee je de film gisteren, of tien jaar geleden zag. Het is een film die kan intimideren, wanneer je probeert hem in zijn volledigheid te vatten, omdat de film überhaupt niet in een volledigheid bestaat. Beter volg je het advies van Marker: “Vertrouw verschijningen, verwar bewust het decor met het drama, houd je nooit bezig met begrijpen, wees gewoon daar – dasein – en alles zal naar je toe komen. Of nou ja, iets, op z’n minst.”


Sans soleil is vanaf 26 juni 2025 te zien op Mubi (VoD)