SALAAM CINEMA

Iedereen wil bij de film

  • Datum 12-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SALAAM CINEMA
  • Regie
    Mohsen Makhmalbaf
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Iran
  • Deel dit artikel

Een van de leukste cadeautjes voor de twee jaar geleden jubilerende cinema kwam uit Iran. Salaam cinema toont de aan hysterie grenzende filmliefde in een land waar regisseurs worden belaagd als popsterren. Ook biedt de film een geraffineerd spel met fictie en werkelijkheid. En dan is er nog een psychologische laag over macht en wreedheid, een laag met universele betekenis die ook zonder de Iraanse context en de verwijzingen naar film fascinerend zou zijn. Dit alles in één film: Salaam cinema is werkelijk iets bijzonders.

Dankzij de uitbreng van zijn laatste twee films Gabbeh en A moment of innocence eerder dit jaar is de Iraanse regisseur Mohsen Makhmalbaf niet langer onbekend in Nederland. Hij had nog bekender kunnen zijn: deze zomer had een omvangrijk retrospectief van zijn films langs de filmtheaters moeten rouleren. Het Makhmalbaf-programma is uitgesteld tot volgend voorjaar, maar stukje bij beetje wordt het oeuvre alvast uitgebracht. Dat werd tijd, want de rest van de wereld ging ons reeds voor. Makhmalbaf is al actief sinds 1982, maar wordt pas sinds twee jaar in één adem genoemd met zijn landgenoot Kiarostami. Inmiddels kan geen zichzelf respecterend festival meer om hem heen. In Locarno vertoonde men dit jaar zelfs de videovlijt van zijn zeventienjarige dochter, wat velen toch weer iets te ver ging.
De figuur Makhmalbaf is minstens zo interessant als zijn films, waarbij de breuken in het oeuvre voortkomen uit een grillig persoonlijk leven. De mislukte aanval op een politieman die in A moment of innocence wordt gereconstrueerd, vond in werkelijkheid plaats in 1974. Makhmalbaf, geboren in 1957, voerde toen als tiener oppositie tegen de Sjah en verdween tot het revolutiejaar 1979 in de gevangenis van de geheime dienst. Verbitterd over het gebrek aan solidariteit onder zijn medestrijders, richtte hij zich vervolgens op het verspreiden van Islamitisch gedachtengoed in literatuur en film. Aanvankelijk maakte Makhmalbaf een aantal orthodox-religieuze traktaten, later werd de toon steeds milder en humanistischer. De lyriek van Gabbeh beschouwt hij zelf als de start van een nieuwe fase.

Vernederende opdrachten
Net als Kiarostami heeft Makhmalbaf een speciale voorkeur voor film-over-film. Salaam cinema (1995) is voor hem een studie naar de relatie tussen cinema en publiek, nadat hij al eerder de relatie tussen cinema en censuur (Once upon a time, cinema, 1991) en de relatie tussen cinema en acteurs (The actor, 1992) onder de loep had genomen en voordat hij zich in A moment of innocence waagde aan de relatie tussen regisseur en eigen verleden. Van dit viertal is Once upon a time, cinema de meest uitbundige en ambitieuze film, maar Salaam cinema is de meest verbluffende, degene die het meeste bijblijft.
Makhmalbaf speelt zichzelf in Salaam cinema: als bekend en geliefd filmmaker vraagt hij om acteurs voor een film over honderd jaar cinema. Duizenden mensen reageren op de advertentie en verdringen elkaar op het studioterrein. Ze worden uitgenodigd om in groepjes auditie te komen doen voor Makhmalbaf, die hen daarbij aan allerlei vernederende opdrachten onderwerpt. Hij maakt onbeschroomd misbruik van zijn machtspositie: alleen hij beschikt over iets dat de mensen voor zijn tafel dolgraag willen hebben, namelijk een rol in zijn film. Tegelijk met de kijker realiseren sommigen dat hun rol overeenkomt met de auditie. Hun doel is al bereikt, de film wordt al gemaakt.
Niet iedereen heeft door op welke doortrapte manier hij in de maling wordt genomen, zelfs niet als Makhmalbaf minzaam uitlegt wat er aan de hand is. Minstens zo fascinerend als het onbegrip zijn de overige emoties die door de psycho-strateeg worden opgeroepen: aandoenlijke meegaandheid, wanhoop omdat het de enige manier is om naar het buitenland te reizen, verzet tegen de onmogelijke opdracht om binnen dertig seconden te huilen. Wie hoofddoekjes associeert met volgzaamheid zal raar opkijken. Makhmalbaf is beangstigend consequent in zijn rol als tiran en bij de première in Cannes viel dan ook de immer handzame kreet ‘fascist’. "Niet ik ben de fascist, ik laat fascistische cinema zien", luidde de Pasolini-achtige repliek van Makhmalbaf.

Psychologische intensiteit
Reacties als die in Cannes zijn te zien in de documentaire Cinema cinema van Maani Petgar, die volgende maand tijdens het IDFA zal worden vertoond. Het is niet zo’n beste documentaire: hij lijkt vooral gemaakt uit restmateriaal van Salaam cinema, voegt daar weinig aan toe en zoekt niet naar een eigen spoor. Toch is het bijzonder om te horen hoe de ‘slachtoffers’ meteen na afloop van de auditie oordelen over de werkwijze van Makhmalbaf. En om te zien hoe hij tussen de audities door met een megafoon probeert om de meute op het studioterrein in bedwang te houden. "We love you Makhmalbaf!", schreeuwt de meute, en het zegt veel over de Iraanse honger naar vermaak. Film is alles wat het dagelijks leven niet is.
Salaam cinema koppelt ogenschijnlijke eenvoud aan psychologische intensiteit. Daarin komt de film overeen met Funny games van Michael Haneke, en ook het ontluisterende spel dat zowel met de kijkers als de personages wordt gespeeld hebben de twee films gemeen. De belangrijkste overeenkomst staat daar echter nog boven. Eens in de paar jaar is er een film die de discussie op een bepaald terrein naar een hoger plan tilt en overige films op dat terrein voorlopig overbodig maakt. Voor film en geweld is dat Funny games, voor film en fake is dat Salaam cinema. Goed bedrog is simpel en schokkend tegelijk.

Mark Duursma