Rojo

Verdwenen in de woestijn

  • Datum 24-08-2019
  • Auteur Omar Larabi
  • Thema Filmkrant 423
  • Gerelateerde Films Rojo
  • Regie
    Benjamín Naishtat
    Te zien vanaf
    12-09-2019
    Land
    Argentinië/Nederland, 2018
  • Deel dit artikel

Benjamín Naishtat richt na El movimiento opnieuw een vergrootglas op het tumultueuze verleden van Argentinië. In het sterk symbolische Rojo laat een dubieuze strafpleiter een onwelgevallige vreemdeling verdwijnen.

Het is 1975, aan de vooravond van de staatsgreep die dictator Jorge Videla aan de macht zal brengen. Een verlaten huis wordt op klaarlichte dag geplunderd. De camera registreert het zwijgzame tafereel op afstand, terwijl vogels vrolijk zingen. Filmmaker Benjamín Naishtat toont in de openingsscène van Rojo een algehele sfeer van apathie ten opzichte van de vermissing van Argentijnse landgenoten, die naar alle waarschijnlijkheid vanwege hun non-conformistische denkbeelden  zijn vermoord en achtergelaten in de wildernis.

Rojo speelt zich af in ‘een Argentijnse provincie’. Het maakt niet uit welke: de film, een kruising tussen film noir en telenovela, herinnert aan alle vermiste slachtoffers uit het juntatijdperk én verwijst naar hedendaags Argentijns defaitisme. Advocaat Claudio (Darío Grandinetti) heeft een onfeilbare reputatie in zijn gemeenschap. Totdat de gesoigneerde jurist op een dag in een restaurant een aanvaring krijgt met een vreemdeling die zijn tafel opeist. Claudio toont zich de verstandigste, maar luttele minuten later wijst hij de nieuwaangekomene ten overstaan van de andere gasten terecht: “Je hebt slechte manieren en je bent een zure vent.” Nadien worden Claudio en zijn vrouw belaagd door de anonieme kwelgeest, die stenen naar hun auto werpt. Het incident escaleert en resulteert uiteindelijk in de dood van de vreemdeling op een nabijgelegen woestijnvlakte. Claudio’s leven komt op zijn kop te staan wanneer detective Sinclair (Alfredo Castro) de vermissingszaak drie maanden later besluit te onderzoeken. 

Naishtat gebruikt in Rojo treffende symboliek om de hypocrisie en achterdocht van zijn hoofdpersonage te benadrukken. Tijdens een spelavond met een bevriend echtpaar is Claudio degene die de regels uitlegt; terwijl hij in zijn leven de morele wetten aan zijn laars lapt. Bij het aansnijden van een taart gooit een vlieg roet in het eten – is dit de eerste voorbode van ellende? Later bezoeken Claudio en zijn gezin een rodeo-evenement. Een stier wordt na de wedstrijd eerst gecastreerd en vervolgens geslacht: zal de strafpleiter hetzelfde lot beschoren zijn?

Of komt hij ermee weg? Zoals de goochelaar die in een nachtclub een nietsvermoedende bezoekster tijdens een truc laat verdwijnen achter de coulissen. Het publiek kan er, op Claudio na, smakelijk om lachen, zeker als de dame – in tegenstelling tot al die anderen tijdens de Argentijnse junta – elders weer opduikt. 

Het is alleen spijtig dat Rojo zo nadrukkelijk leunt op de mores van film noir, met een bruine esthetiek die meer schatplichtig is aan Amerikaanse cinema uit de jaren zeventig, dan aan de Argentijnse. Hierdoor mist de film een zekere eigenheid, hoewel de dissonante muzikale composities van Vincent van Warmerdam een hoop goedmaken.