Road House

Heiligdom van hersenloze actie

Road House

Doug Liman stort zich op een remake van de cultknokfilm Road House, met gemengd resultaat. Wat werkt, is vooral te danken aan een tot spierbundel opgepompte Jake Gyllenhaal.

Actiecomedy Road House (1989) heeft haar cultstatus te danken aan de charmes van hoofdrolspeler Patrick Zwayse en aan een script dat zo afgezaagd is dat het grappig wordt. Vijfendertig jaar later komt Amazon met een remake. Hoewel gedragen door de juiste acteur, mist Doug Limans film de dwaze gekte van het origineel.

De remake tilt het verhaal naar het heden én een nieuwe locatie. Dalton (Jake Gyllenhaal), een onteerd UFC-vechter, krijgt een maand de tijd om bar Road House in het zonnige Key Glass, Florida van rotklanten te ontdoen. Net als in het origineel blijkt de horecagelegenheid slechts een pion in een complot tussen lokale ondernemers, grootkapitaal en corrupte politiemacht. Even lijkt de film een zelfbewuste richting in te slaan wanneer een personage Daltons situatie vergelijkt met een western. Maar Road House blijft uiteindelijk ver van metacommentaar; verboden in dit heiligdom van hersenloze actie.

De eerste helft van de film is veelbelovend dankzij Jake Gyllenhaal, die het personage van bouncer Dalton knap eigen maakt. Hij speelt hetzelfde charmante, stille-wateren-diepe-gronden cliché, maar bijdehanter en met een groter vocabulaire.

Maar waar iedere minuut uit het origineel tot op de dag van vandaag smullen blijft door onvergetelijke oneliners (“Pain don’t hurt“) en een bombastisch script, daar voelt de remake voorspelbaar en rommelig. Vanaf het halfwegpunt verliest Road House zichzelf in afgezaagde confrontaties en een plot dat zichzelf te serieus neemt, en bovendien teveel personages met elkaar probeert te verweven. Zonde. Iemand met een scherpere pen had dit script kunnen bijschaven tot het kaliber van een bovengemiddelde wraakfilm als Nobody (2021).

Wat de personages betreft is vooral Conor McGregor (de voormalige UFC-kampioen die hier een huurling speelt) afleidend. McGregor geeft alles, maar dat leidt er vaak toe dat hij erbij loopt alsof hij zonet in zijn broek heeft gepoept en dat met een grijns probeert te verbloemen. Met geforceerd spel en een handvol net-niet oneliners voelt zijn rol als een uit de hand gelopen cameo, al komt hij tot recht in de spannende gevechtsscènes.

Regisseur Doug Liman heeft gepoogd om de eerste Road House te eren en tegelijkertijd de formule aan te passen voor een nieuwe generatie actiefans. Het resultaat is niet slecht, maar voelt toch vooral als een bewijs dat cultmagie zich niet laat forceren. Maar dat hoef je de fans van het origineel natuurlijk niet te vertellen.


Road House is te zien op Prime Vidoe (VoD).