Ray & Liz

Wennen aan de chaos

Ray & Liz is het geweldige debuut van de Britse fotograaf Richard Billingham en winnaar van de speciale juryprijs op het filmfestival van Locarno. Zijn liefde voor het beeld spat ervan af, waardoor zelfs in de meest tragische gebeurtenis tederheid doorschemert.

Een vlieg loopt naast een sleutel, een gebarsten gloeilamp hangt aan een vergeeld plafond: de openingsbeelden van Ray & Liz zetten gelijk de toon. We stappen de jonge jaren binnen van fotograaf Richard Billingham, die begin jaren tachtig samen met zijn broer Jason aan zijn lot werd overgelaten in hun vervallen huis aan de rand van Birmingham. In een smerige slaapkamer slijt vader Ray zijn dagen, schijnbaar tevreden, gedrenkt in zelf gebrouwen alcohol, die een drinkmaatje komt brengen. Hij doet geen enkele poging meer om de buitenwereld toe te laten in zijn zelfgecreëerde isoleercel. Hier is het leven, of wat daarvan over is, ten minste overzichtelijk. Moeder Liz puzzelt graag maar heeft een kort lontje en kan zomaar haar pumps als wapen inzetten.

Ondertussen scharrelen hun kinderen door het huis, waar ze struikelen over de flessen drank en in een babysit from hell terechtkomen. Na een sprong in de tijd zijn ze verhuisd naar een krot waar ze nog meer worden verwaarloosd door hun ouders – wanneer Jason een paar dagen van huis is, lijkt niemand dat op te merken.

Jason komt op zijn zwerftocht terecht bij een moeder wier huis een oase van warmte en veiligheid is vergeleken met dat van hem. Als hij de volgende dag in het park speelt, komt hij toevallig zijn moeder Liz tegen die terloops meldt dat de politie naar hem op zoek was, waarna ze stoïcijns doorloopt. Dat de film is gebaseerd op de herinneringen van Billingham zelf, stemt extra triest. Des te bewonderenswaardiger is het dat hij er zo’n krachtige vorm voor heeft gevonden. Dat deed hij eerder als beeldend kunstenaar en fotograaf in zijn videowerk en zijn fotoserie Ray’s a Laugh (1996), en ook in zijn film is elk beeld uiterst zorgvuldig gestileerd. Die ogen soms een tikje surreëel, waardoor de harde werkelijkheid des te indringender binnenkomt. Zo heeft Billingham zijn herinnering aan de rode gloed van een kachel waar zijn echte vader voor zat, omgezet in een kleurexplosie.

Billinghams liefde voor het beeld spat van de film af, waardoor zelfs in de meest tragische gebeurtenis tederheid doorschemert. Het vierkante beeld, geschoten op Super 16 door Under the Skin-cameraman Daniel Landin, schept een benauwdheid, een onontkoombaarheid op deze trieste plek, waar de jonge Billingham zo graag uit had willen ontsnappen. Als kind wende hij aan de chaos van dit huis en de grilligheid van de alcoholist, als volwassene geeft hij daar het beste antwoord op: je eigen verhaal niet vergeten maar omvormen en weer toe-eigenen.