Rafiki
Yo, hier ben ik!
Deze energieke film over een verboden liefde in Nairobi heeft niet alleen de nieuwe lichting Keniase artiesten op de soundtrack, het vertolkt ook de moderne vibe van Kenia.
Rafiki is een bewerking van het korte verhaal Jambula Tree van de Oegandese schrijver Monica Arac de Nyeko, dat regisseur Wanuri Kahiu verplaatste van Kampala naar Nairobi. Een stad die in de openingsbeelden, gemonteerd op de aanstekelijke beats van de Keniase hiphopartiest Muthoni Drummer Queen, bruist van het leven. Als je weet dat de gemiddelde leeftijd in Kenia op negentien jaar ligt (negentien! In Nederland: tweeënveertig) dan is het niet meer dan logisch dat dit de cultuur in Nairobi is: jong en urban. Maar ook homofoob. Als er over homoseksualiteit wordt gesproken, is dat steevast in negatieve zin: de priester waarschuwt ertegen, een gay buurjongen wordt belachelijk gemaakt.
Voor wat er tussen de twee meiden Kena en Ziki aan de hand is, zijn de woorden er dus wel, maar die maken alles vies. Daarom gaat de film over blikken, aanrakingen en de gevoelens die verpakt zitten in gesprekken die ze met elkaar voeren. De titel Rafiki drukt precies dit uit, want het Swahili woord voor ‘vriend’ of ‘maatje’ is de enige sociaal geaccepteerde benaming voor deze relatie die officieel niet mag bestaan. Doordat hun liefde opbloeit tijdens de lokale verkiezingscampagne, waarin hun vaders rivalen zijn, houdt de plaatselijke roddelaarster Mama Atim elke beweging van de twee extra scherp in het oog. En haar belangstelling is verre van ongevaarlijk.
Je kunt wel ongeveer uittekenen hoe het verder gaat met deze romance, maar Rafiki is meer dan een liefdesgeschiedenis. De film (die, niet verrassend maar wel teleurstellend, in Kenia verboden werd) vertelt een verhaal over twee jonge vrouwen die zichzelf een toekomst durven te dromen, dwars tegen conservatisme en provincialisme in. In plaats van een ‘goede echtgenote’ is Kena van plan verpleegster te worden. Voor Ziki, die uit een rijker gezin komt, is dat niet genoeg: “Hoezo verpleegster? Wat dacht je van arts?” Zelf wil ze na school eerst gaan reizen: “Ik wil de wereld zien,” zegt ze, “naar al die plekken gaan waar ze waarschijnlijk nog nooit een Afrikaan hebben gezien. En daar dan ineens opduiken, zo van: ‘Yo, hier ben ik! En ik ben Keniaan. Uit Afrika!’”
Die houding spreekt eigenlijk ook uit de hele film: kleuren die van het scherm spatten, innemende hoofdrolspelers en een catchy soundtrack stralen een en al vrolijk zelfbewustzijn uit. In een TED-talk uit 2017 bepleitte Kahiu de noodzaak voor meer lichtvoetige, opwekkende Afrikaanse fictie, die niet alleen maar gaat over oorlog, armoede of aids. Met Rafiki neemt ze de missie energiek ter hand.