Private Life

De melancholie van het zwanger willen worden

Mooie rollen van Kathryn Hahn en Paul Giamatti als twee New Yorkers die na hun veertigste een kind willen.

Ze hebben al een leven achter de rug, New Yorkers Rachel en Richard, en ze hebben al die tijd naar tevredenheid geleefd. Zij is een redelijk succesvolle schrijfster – dat wil zeggen, ze mag blijven publiceren – hij runde ooit een experimentele theatergroep, nu maakt hij ambachtelijke augurken. Spijt hebben ze nergens van, nou ja, van de gebruikelijke dingen misschien, maar routineus hebben ze nooit willen leven en dat is ze gelukt. Maar nu willen ze zwanger worden. Het kan nog net. Hij is 47, zij net voorbij de 40. Alleen, het lukt niet.

Het zijn heerlijke rollen van Kathryn Hahn en Paul Giamatti, twee acteurs die precies genoeg komedie en melancholie meebrengen naar het drama van de mallemolen waar Rachel en Richard vervolgens in terechtkomen. Dankzij de manier waarop men de gezondheidszorg in de VS organiseert is dat een circuit van artsen die alternatieve behandelingen blijven aanbieden, terwijl je nooit weet of ze je lopen te bedonderen. Niet dat de film daar de nadruk op legt, maar er sluipt langzaam wel iets hopeloos in het ene dure alternatief na het andere aangeraden krijgen en je eraan vastklampen. Tot het moment dat Rachel en Richard elkaar echt in de ogen moeten kijken en zichzelf die ene vraag moeten durven stellen.

Hobbels
Wat in de hoofden van mensen – dankzij een cultuur die dat idealiseert in romantische verhalen – altijd iets intiems en vanzelfsprekend is, zwanger worden en een kind krijgen, wordt voor Rachel en Richard iets van wachtkamers en laboratoriumuitslagen. Het besef dat niks hier nog privé aan is, is een van de vele emotionele hobbels die ze moeten nemen. En dan maar weer wachten op het verlossende telefoontje en dan maar weer het ritueel van jezelf naar een nieuwe, veel te dure behandeling toeslepen. Zelfs de relatie met familie komt erdoor onder druk te staan.

Ondanks alles houdt Tamara Jenkins haar film luchtig, geholpen door de uitstekende cast. Ze waakt voor vals melodrama dat suggereert dat overal een oplossing voor is, zolang je er maar in gelooft. De film put z’n energie meer uit een melancholisch realisme, waardoor de personages zich gaandeweg realiseren dat er misschien een moment komt om dingen los te laten en waardoor alles wat ze al om zich heen hadden in een ander licht bezien kan worden. Het is vooral die sfeer, het levensgevoel van film, waar het uiteindelijk om draait. Misschien is dat een wijsheid die we met de jaren leren: dat het allemaal minder om plot draait en meer om hoe we in het leven staan.