Philadelphia

Het recht van de stervende

Philadelphia

De tragiek van aids is dat jonge mensen uit het leven worden weggerukt, ver vóór hun tijd gekomen is. Dit kan stof opleveren voor intens drama, ideaal voor het medium film. De commerciële cinema heeft het besmette gegeven eindelijk durven oppikken met een all-star productie: Philadelphia. Mainstream of niet, het resultaat laat niet onberoerd.

Na persoonlijke documenten van stervende regisseurs als Cyril Collard (Les nuits fauves, 1992), Derek Jarman (Blue, 1993) en Mark Massi en Tom Joslin (Silverlake Life, a View from Here, 1993) wordt de bittere realiteit nu gepresenteerd als fictie voor het grote publiek. Er ontstaat een heel nieuw genre: de aids-film. In hoeverre dit gegeven zal uitgroeien tot de actuele versie van de ‘tearjerker’, hangt af van de integriteit van de producenten.

De intenties van Oscar-winnaar Jonathan Demme (The Silence of the Lambs, 1991) zijn oprecht. Vier jaar geleden begon hij met schrijver Ron Nyswaner aan het verhaal, nadat ze allebei vrienden hadden verloren aan aids. Hun voornaamste bedoeling lijkt het verstrekken van informatie aan het publiek te zijn, het wegnemen van de angst die opduikt zodra men in de eigen kring met een virusdrager wordt geconfronteerd. De film neigt daardoor naar het uitleggerige, maar heeft dan ook heel wat vooroordelen te bestrijden.

Reputatie
De film speelt zich af in Philadelphia, omdat in deze stad de Onafhankelijkheidsverklaring van de eerste staten van Amerika is getekend. Het verhaal van de ‘PWA’ (Person With Aids) is opgehangen aan gerechtigheid en broederschap. Andy Beckett is een veelbelovende advocaat bij een grote firma. Hij is seropositief. Als op zijn hoofd de vlekken van het Kaposi-syndroom doorbreken wordt hij na een incident ontslagen, omdat hij als jurist niet goed zou functioneren. Genadeloos registreert de camera in sterke, vaak bewegende close-ups de angstige, maar vastbesloten gezichtsuitdrukking van Tom Hanks in zijn race tegen de klok.

Om zijn goede reputatie (ook na zijn dood) te behouden, vecht Andy zijn ontslag aan. Voor de civiele procedure tegen zijn werkgevers vindt hij een advocaat in Joe Miller (Denzel Washington), die bekend is van tv-spotjes waarin hij slachtoffers van het systeem oproept hun recht te halen. De scenariostructuur biedt mogelijkheid voor vele invalshoeken van de problematiek. Door het verhaal te situeren in het zakelijke advocatenmilieu, wordt het cliché van nichten in de softe sector voorkomen. Voorop staat de gelijkheid van elk individu. In een rechtbankfilm kan de strijd tegen discriminatie op grond van ziekte, voor nu en het nageslacht via de wet worden uitgevochten.

Raadsman Miller is zwart en weet dus precies wat het is om als persoon sociaal dood te worden verklaard. Toch blijft ook hij bang voor Andy’s aids. Hij is net vader geworden en weet niet of hij het risico kan lopen zijn cliënt aan te raken. Bovendien wordt hij door de aandacht voor het proces in de media zelf aangezien voor homo.

Opera
Als tegenwicht tegen de homofobie functioneren de vrouwenrollen. Zij vertegenwoordigen begrip en medeleven. Hier bevat Philadelphia de sterkste emotionaliteit. Dat het baby’tje van de Millers als symbool van het nieuwe leven wordt opgevoerd is overdreven, maar de moederfiguur van Sarah Beckett krijgt indrukwekkend vorm in de vertolking van Joanne Woodward. Het is jammer dat de liefdesrelatie waar het om draait niet net zo’n warmte uitstraalt; Andy en zijn levensgezel Miguel (Antonio Banderas) mogen elkaar in beeld nauwelijks liefkozen.

Wanneer de vraag opkomt wat het leven van de terminale patiënt nog de moeite waard maakt, gaat Demme schmierend over de schreef. Met zijn infuusstandaard aan de hand laat Andy aan zijn advocaat horen dat de aria ‘La mamma morta’ (uit Giordano’s Andrea Chenier) over liefde gaat. Het is stereotiepe camp wanneer hij, als een Salieri in Amadeus, de zang van Maria Callas met uitleg begeleidt. Muziek waarvan de kracht wél wordt overgedragen op het gemoed van de kijker, zijn de songs van Bruce Springsteen en Neil Young, aan begin en einde van de film. Beiden werden voor een Oscar genomineerd.

Philadelphia is eerder ontroerend dan aangrijpend. De film gaat in eerste instantie over de zakelijke kant van de aidsproblematiek. In Amerika moet het recht van de stervende nog worden bevochten. Volgens de publieke opinie heeft een homo met aids de dodelijke ziekte immers aan zijn eigen immorele gedrag te danken. Andy Beckett is jurist. Daarom is de typisch Amerikaanse strijd voor gelijke rechten in de film belangrijker dan zijn stervensproces. Hij verdringt de gedachte dat hij moet leren omgaan met de dood, omdat de wet hem nou eenmaal in het bloed zit.

Nadeel van deze benadering is het verlies aan inzicht in de psychologie van de karakters. Demme behandelt het onderwerp aids eerder klinisch dan persoonlijk. Zijn weergave van de homoseksualiteit mocht niet te aanstootgevend worden. Alleen via de sentimenten kan het brede publiek met de neus op de feiten worden gedrukt. Het is een wrange ironie dat in de ondertiteling van Philadelphiahomosexuality’ — net zo eufemistisch — wordt vertaald met ‘homofilie’. Dat doet toch weer denken aan een ziektebeeld.