Persona non grata
Light-variant op Festen
Een plattelandsbruiloft loopt in het speelfilmdebuut van Lisa Jespersen uit de hand, precies zoals je verwacht in een Deens familiedrama.
Een warm welkom verwacht Irina niet, als ze vanuit Kopenhagen terugkeert naar haar geboortedorp in Jutland. Ze is zojuist doorgebroken als schrijver met een autobiografische aanklacht tegen de dorpsgenoten die haar in haar jeugd gepest hebben. Bij aankomst blijkt echter niemand haar j’accuse te hebben gelezen, druk als ze het hadden met het aanstaande huwelijk van haar broer en de opstandige koeien van haar vader. Haar moeder maakt zich vooral druk over het korte kapsel van dochterlief. En over het feit dat ze haar geboortenaam Laura heeft ingeruild voor Irina.
De Deense titel Hvor kragerne vender (‘Daar waar de kraaien draaien’) betekent zoveel als een uithoek, de rimboe. Die uithoek ziet er prachtig uit door de lens van Manuel Alberto Claro, een routinier die eerder camerawerk verrichtte voor Lars von Trier en Christoffer Boe. De verschillen tussen de bewoners van dat fotogenieke boerenland en Irina’s hippe stadsmilieu zijn echter nogal vet aangezet. Terwijl haar sympathieke ex-vriendje nog altijd luistert naar de jarentachtigmuziek van de lokale helden Disneyland After Dark, wordt haar Kopenhaagse geliefde nogal karikaturaal neergezet als een artistiekerige poseur, die misbruik maakt van zijn open relatie met Irina.
De tragikomische ontwikkelingen komen op gang als Irina verneemt dat haar broer gaat trouwen met de ergste pestkop uit haar verleden. In de aanloop naar de bruiloft worden oude koeien uit de sloot gehaald en nieuwe beschuldigingen geuit. Bij de speeches tijdens het diner gaat de beerput open. Als in een light-variant op Festen (Thomas Vinterberg, 1998) dus, maar dan met beduidend minder schokkende onthullingen. Het acteerwerk is prima en het scenario weet een aardige balans te vinden tussen een glimlach en een wat ernstigere blik.
Aan een film als deze kun je je nauwelijks een buil vallen. Wel roept het de vraag op wat (en vooral wie) de makers ermee willen bereiken. De kans is groot dat Persona non grata vooral gezien gaat worden door mensen die zich identificeren met Irina: plattelandsverlaters, stadsbewoners en zij die dat willen worden.
In de loop van de film ziet Irina, en dus ook de kijker, dat haar broertje niet zo’n botte hork is als hij eerst lijkt, dat de pestkop annex bruid het in haar jeugd ook bepaald niet makkelijk heeft gehad en dat het urbane kunstwereldje best oppervlakkig kan zijn. De boodschap dat uithoekbewoners óók mensen met gevoel zijn (en dus niet alleen maar domme boeren) voelt aan als een handreiking naar kijkers die zich identificeren met Irina’s familieleden. Of die deze film en dus die verzoenende boodschap ooit onder ogen zouden krijgen is zeer de vraag. Ze hadden tenslotte dat boek van Irina ook al ongelezen in de kast gezet.