Paradise Drifters

Overleven zonder vangnetten

Paradise Drifters

Yousef, Lorenzo en Chloe hebben alle drie geen geld en geen plek om naar terug te keren. Ze vluchten – zonder te weten waarheen.

Paradise Drifters vertelt het verhaal van drie jongeren voor wie in onze maatschappij geen plaats meer is. De suïcidale Yousef mag zijn inrichting verlaten, maar heeft niemand om naartoe te gaan. Lorenzo is ook ontheemd en daarnaast blut – hij hoopt met drugssmokkel zijn avondeten te kunnen betalen. En dan is er Chloe, die zwanger is van haar stiefvader en wordt weggestuurd naar Spanje.

Natuurlijk komen de drie elkaar tegen, natuurlijk ontstaat er onderling vertrouwen als ze vervolgens op een ongerichte roadtrip gaan. Maar het is de verdienste van regisseur Mees Peijenburg (1989) – die al een Gouden Kalf won voor zijn televisiedrama Geen koningen in ons bloed – dat de sfeer zelden klef wordt; hij kapt scènes effectief bruusk af, filmt hijgerig dicht op zijn personages, slaat wrange zijpaden in, zorgt ervoor dat je met elk afzonderlijk verhaal meegaat.

Paradise Drifters is een film over solidariteit. Over leven en overleven wanneer je afwijkt van de norm, wanneer je omgeving schrijnend afwezig is, wanneer alle sociale vangnetten zijn weggevallen. Daarmee zou het verhaal beschouwd kunnen worden als een verkapte kritiek op de beknibbelingen in de Nederlandse gezondheidszorg, ware het niet dat Paradise Drifters juist iets internationaals ademt: de hoofdrolspelers zijn weliswaar Nederlands, maar bijna alle scènes spelen zich over de grens af, wat goed past bij de centrale thematiek. De buitenwereld is hier namelijk geen malafide systeem met doelgericht kwaad in de zin. De buitenwereld is een ongeïnteresseerde, harde kolos waar ieder zich een weg doorheen moet banen.

De drie jongeren vluchten Frankrijk door zonder duidelijke bestemming of achterliggend plan. We zien hoe Lorenzo op straat bedelt: een jongen in trainingspak die mensen het liefst zo snel mogelijk voorbij lopen. Chloe (goede rol van Tamar van Waning) overlegt over de verkoop van haar ongeboren baby – krachtige, navrante momenten zijn dat.

Niet elke scène is zo raak of dwingend. Soms lijken niet alleen de personages zoekend maar wekt ook het verhaal zelf een wat richtingloze indruk; vuistslagen worden afgewisseld met vrijblijvender flarden, en het sowieso korte geheel eindigt met een wel erg plotse, weinig originele catharsis. Een wat sentimentele punt achter een verder rauw verhaal, die me misschien tegenstond omdat Paradise Drifters me allang had doen begrijpen wat dan nog eens expliciet wordt verbeeld: een goede dag en een bevrijdende schreeuw verhelpen niet waar deze mensen mee worstelen, er staat iets groters op het spel.