Öndög

Afgestript tot de kale waarheid

Er is niets. Bijna niets – alleen de wind en de dood. Ergens daar­tussenin beweegt het leven, met soms paarden, soms wolven, soms schapen en soms helemaal niks en helemaal niemand. De tijd is even uitgerekt als de Mongoolse steppe zelf. In dit landschap voltrekt zich in Öndög een verhaal rond een moord.

Midden in de weidsheid ligt een dode vrouw, nog naakter dan de Mongoolse steppe zelf, van alles ontdaan. Ze wordt in Öndög de katalysator van een trage vertelling die met kleine schreden voortschrijdt. Een wagen vol politiemannen arriveert. De jongste agent – amper achttien, nauwelijks volwassen – wordt achtergelaten om het lijk te bewaken. Hij kan immers het makkelijkst gemist worden, mocht hem bij het waken over de plaats delict iets overkomen.

Het zal nog even duren voor het lijk kan worden opgehaald. Men verzoekt de herderin die de dode vrouw vond om de jonge agent te beschermen, want verder is er in geen velden of wegen een ziel te bekennen. Met lichte tegenzin werkt de vrouw mee. Ze brengt de jongen eten, ze houdt hem warm. En hoe dichter je bij elkaar komt, hoe makkelijker het is om warm te blijven.

‘Öndög’ betekent ‘ei’ in het Mongools. Als de herderin wordt bezocht door een oude scharrel en hij een dinosaurusei meeneemt als cadeau, blijkt dit een niet-zo-subtiele manier om te vragen wanneer ze nu eens aan kinderen begint. Dat hoeft zogenaamd niet van hem, maar hoe vaker hij het vraagt, hoe duidelijker het wordt dat hij niets liever wil dan met haar zijn. Als futloze vogel hupst hij slapjes om haar heen. Een slaapverwekkende paringsdans die mogelijk nog wat oplevert ook.

Öndög is de ideale film om na al die keurige maanden van zelfisolatie voor terug naar het filmhuis te gaan. De impact van deze beelden is anders dan op het kleine scherm. Bovendien kom je zo nog eens ergens, voor wie snakt naar verre reizen. Je belandt in een grote wereld met weinig mensen. Net genoeg voor subtiel conflict. Kauw er even op, zoals de herderin doet op de appel die ze krijgt van haar verleider. Hoe langer je kauwt, hoe meer smaak. De rijkdom van Öndög zit ’m in de minimalistische vertelling: geen shot te veel, geen onnodige woorden. Opvallend zijn enkele scènes die doelbewust wazig zijn gefilmd. Op die momenten val je even uit de rauwe werkelijkheid waar je haast per ongeluk bij blijkt te zijn en bepaalt schrijver, producent en regisseur Wang Quan’an (Tuya’s Marriage) zeer expliciet wat je wel en wat je niet van deze personages mag zien.

Dit is een afgewogen film over het leven, de dood en de liefde. Blijf geduldig. Zoals de herderin die op haar toekomst broedt. De koe tijdens haar bevalling. En het dinosaurusei, de öndög, dat al die tijd in het landschap is blijven liggen.