On vous croit

Geloven zonder te luisteren

On vous croit

Een hoorzitting van krap een uur is allesbepalend voor Alice, die vecht voor de zeggenschap over haar twee kinderen in de uitgebeende rechtbankfilm On vous croit.

Op papier is On vous croit een rechtbankdrama. Maar in feite is de film het tegenovergestelde van de (veelal Amerikaanse) films die die genre-aanduiding in gedachten roept. Hier geen statige rechtszaal vol eikenhout; geen theatraal “objection, your honor”; geen jury die overtuigd moet worden; geen zaal vol toeschouwers die geschokt reageren op plotwendingen.

In plaats daarvan speelt dit speelfilmdebuut van de Waalse makers Charlotte Deville en Arnaud Dufeys zich af in een zittingskamertje met tl-licht en helderwitte inrichting, waar slechts een handvol mensen samenkomt. On vous croit focust volledig op één van hen: moeder Alice (Myriem Akheddiou), die vecht om haar kinderen te beschermen nadat haar zoon zijn vader heeft beschuldigd van misbruik.

In feite is niet de rechtbankfilm, maar een ander genre nuttiger als bril om de film door te beschouwen: dat van films over een ‘vrouw in het nauw’. Dat bescheiden subgenre kent de afgelopen jaren een opleving – zie bijvoorbeeld het Hongaarse One Day (Zsófia Szilágyi, 2019), het Duitse Das Lehrer­zimmer (Ilker Çatak, 2023) en het Zwitserse Heldin (Petra Volpe, 2025); volgend jaar volgt L’interet d’Adam van Laura Wandel, ook uit Wallonië. Films als een snelkookpan, die zich vaak afspelen op één locatie en binnen een strak afgebakende periode. Films waarin systemische problemen worden aangekaart via de ervaringen van één persoon. Erfgenamen van zowel Jeanne Dielman als het werk van de Dardennes.

On vous croit begint met een korte, hectische scène buiten de rechtbank, waarbij de schuddende camera Alice dicht op de huid zit en ons meesleept in haar ervaring. Eenmaal binnen wordt de beeldvoering kalmer, maar de onrust blijft aan Alice kleven, waardoor je voelt hoe het juridisch systeem haar in allerlei kaders wringt.

Het past in de niet per se opvallende, maar wel zeer uitgekiende visuele strategie van de film. Hoewel het volledig draait om mensen die praten, komt vrijwel altijd juist degene die luistert in beeld. Meestal is dat Alice, die voor de zoveelste keer moet aanhoren hoe er door anderen wordt gesproken over haar en haar kinderen.

Dat maakt de titel van de film, die pas helemaal aan het eind in beeld komt, eerder wrang dan hoopvol. We geloven u, zegt het rechtssysteem, en ook maatschappelijk klinkt de roep om ‘slachtoffers te geloven’. Maar wat betekent dat geloven als het niet gepaard gaat met luisteren? Als er geen consequenties aan worden verbonden?