NAQOYQATSI

Eco-propaganda over winkelende zombies

  • Datum 04-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films NAQOYQATSI
  • Regie
    Godfrey Reggio
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Digitale big bang

Naqoyqatsi is opnieuw een essayistisch pleidooi voor een betere wereld, maar schiet zijn doel hopeloos voorbij door de platte metaforen.

Als één film de 24 uur per dag inzetbare westerling een spiegel voorhoudt, dan is het wel Godfrey Reggio’s Koyaanisqatsi (1982). Een filmessay dat van ongerepte bos- en berglandschappen naar overvolle metrostations scheert, van nieuwbouwruïnes naar snelwegdoolhoven. In tijdversnellende shots wordt de beschaafde mens gereduceerd tot een wazige schaduw van zichzelf, en hoewel Reggio de beelden nergens toelicht is zijn standpunt duidelijk: we hebben het contact met de natuur verloren en onszelf opgeofferd aan geld, haast en techniek. Allemaal nogal simplistisch, maar dankzij de krachtige beelden en Philip Glass’ hallucinerende score werkt de preek betoverend in plaats van afstotend.
Naqoyqatsi — na Powaqatsi uit 1987 de voltooiing van een trilogie — zingt eigenlijk dezelfde klaagzang, zij het dat nu het accent ligt op het consumentisme en de verregaande globalisering, virtualisering en digitalisering van het leven. Het beeld dat je daarbij van Reggio krijgt is dat van een stoffige oude zeur die popcultuur, winkelparadijzen, gekloonde schapen en elektronische snelwegen het liefst in één keer van de aardbodem zou vegen.

Monster
Om van de toeschouwer een strijdgenoot te maken rijgt Reggio ontelbare stukjes film aan elkaar tot een anderhalf uur durende, naargeestige beeldenstorm. Net als twintig jaar geleden, zij het dat het dit keer een mengsel betreft van archiefmateriaal en cgi-effecten. Wederom blijft elk commentaar achterwege zodat het lijkt alsof je van de muzikaal gestructureerde collage mag maken wat je wilt. En wederom leiden de soundtrack, de montage en vooral ook de beeldbewerkingen je soepel naar de moraal van de film. Eco-propaganda, dat is wat Reggio maakt.
Het zou dan ook voor de film spreken wanneer toeschouwers na afloop hun baan bij de effectenbeurs opzeggen, of zweren nooit meer naar McDonald’s te gaan. Helaas is de beeldtaal net zo plat als de de boodschap, waardoor Naqoyqatsi nergens overtuigt. Duikvluchten door een heelal van eentjes en nulletjes, oorlogsreportages die versmelten met gewelddadige videogames, een oneindig gekopieerd shot van enkele schattige baby’s — zulke fastfoodsymboliek zet moeilijk aan tot denken, discussiëren of handelen.
Interessanter is dat Naqoyqatsi nooit zonder computers gemaakt had kunnen worden, en daardoor op een monster lijkt dat zich tegen zijn oorsprong keert. Vrijwel elk fragment onderging intensieve digitale manipulatie, waarbij de ene keer de kleuren werden uitgebleekt, de andere keer de beeldverhouding werd verstoord of de korreligheid opgevoerd. Deze digitale reanimatie, zoals het chique in de eindcredits staat, werkt net als de tijdversnellingstechniek van Koyaanisqatsi als een vervreemdende, confronterende filter: vertrouwde locaties lijken opeens shots uit een tekenfilm, winkelende stadsmensen veranderen in spookwitte zombies. En dat terwijl commercials en wassenbeelden van wereldleiders hun ‘natuurlijke’ kleur blijven houden. Drie keer raden wat Reggio hiermee wil zeggen. Naqoyqatsi lijkt op de zwijgende verfilming van een postmodern politiek-filosofisch artikel, dat dan weer synchroon aan de beelden gelezen kan worden: ‘In de 21e eeuw wordt het onderscheid tussen de werkelijkheid en representaties van die werkelijkheid steeds onduidelijker’, enzovoort.
Eigenlijk was dat met Koyaanisqatsi ook al zo. Maar die film liet behalve de ellende ook de chaotische schoonheid van de nieuwe wereld zien. De avondspits als abstract lichtballet, razende wolkenzeeën weerspiegeld in strakke Wall Street-façades — aan zulke verfrissende perspectieven ontbreekt het Naqoyqatsi nagenoeg volledig.

Kevin Toma