Mystify: Michael Hutchence

Gedoemd tot rockster

Wat dreef INXS-frontman Michael Hutchence tot zelfmoord, vraagt vriend en video­clipregisseur Richard Lowenstein zich af in dit intieme portret van de Australische zanger.

Hij was zowel geboren als gedoemd een rockster te worden. Michael Hutchence, de dromerige zanger van de Australische rockband INXS die in de jaren tachtig en negentig hit na hit scoorde. Met achteloos gemak zo leek het, maar het vrijgevochten podiumdier raakte gaandeweg steeds meer verstrikt in het keurslijf van zijn popsterrenbestaan. De bevrijding die hij ooit in kunst en muziek leek te vinden, werd gedurende de jaren negentig ingewisseld voor een leven van depressie, drugs en tabloidschandalen. Het leidde uiteindelijk tot een zelfmoord in 1997, toen Hutchence zichzelf ophing in een hotelkamer in Sydney.

Dat Hutchence zich hopeloos eenzaam voelde aan het eind van zijn leven, is bekend. Maar eigenlijk was dat altijd al zo, aldus Mystify: Michael Hutchence, het intieme portret dat videoclipregisseur Richard Lowenstein uit archiefmateriaal en home video’s monteerde. Een project dat aan de ene kant geboren werd uit liefde, want Lowenstein kende de zanger goed. Hij schoot muziekvideo’s voor INXS en regisseerde Hutchence in de punkerige cultfilm Dogs in Space uit 1986. Maar hij maakte het ook uit schuldbesef: waarom heb ik de zelfmoord niet kunnen voorkomen, vroeg de Australiër zich naar eigen zeggen de afgelopen twintig jaar geregeld af.

Het resulteert in een film die probeert het populaire beeld van die opgejaagde popster weg te vagen. En interessant genoeg doet Lowenstein dat door familiefilmpjes, vakantiebeelden en achter-de-schermenmateriaal dat voornamelijk de tegenstrijdigheden van Hutchences persoonlijkheid benadrukt. Het beeld dat Mystify schetst is dat van een zwerver met verlatingsangst, een gezelschapsdier dat zich het liefst afzondert, een open boek dat constant lijkt te acteren. Bij de beelden van een dolverliefde Hutchence en zijn toenmalige vriendin Kylie Minogue op vakantiereis door Europa, vertelt zij in voice-over hoe hij schreeuwend op de grond van een hotelkamer van haar af wilde. Er blijft een mysterie rondom de zanger hangen, ook voor intimi.

Toch omhelst Lowenstein het mysterie uiteindelijk net niet helemaal. Zo komt halverwege Patrick Süskinds roman Het parfum ter sprake. Hutchence was er geobsedeerd door, aldus Minogue. Net als geurenmens Jean-Baptiste Grenouille was hij iemand van de zintuigen. Reuk, tast, smaak – daar draaide het volgens de zanger om en juist die werden hem afgenomen door een hersenbeschadiging na een aanrijding in 1992. Lowenstein introduceert dit als de sleutel tot Hutchence’s publieke neergang. Begrijpelijk misschien, maar toch voelt het als een vreemde afsluiting voor een film die zijn best heeft gedaan de zanger juist niet tot één beeld te reduceren. Jammer, het was net zo prettig verdwalen in de complexe persoonlijkheid die Michael Hutchence overduidelijk was.