My Own Private Idaho
Op weg naar volwassenheid
“Het is het leven zoals wij dat kennen, maar gespeeld in een andere setting”, zei Gus van Sant in Venetië waar My Own Private Idaho vorig jaar in wereldpremière ging. Een typisch understatement van deze Amerikaanse regisseur, hem kun je er niet van beschuldigen een gladde praatjesmaker te zijn. “Het leven zoals wij dat kennen” blijkt in Van Sants cinematografische creatie een surrealistische zoektocht naar familie en thuis te zijn, gezien door de ogen van een jonge mannelijke prostituée. En “het andere decor” zijn de straten van Portland in Oregon. Dezelfde omgeving waar de junkies uit Van Sants meesterwerkje Drugstore Cowboy rondzwierven, maar ook het teruggevonden thuisland van de 38-jarige regisseur zelf.
Met het succes van Drugstore Cowboy uit 1989 leek de hemel zich voor Van Sant te openen, het regende ineens grote geldaanbiedingen. Van Sant, die zijn opmerkelijke zwart-wit debuutfilm Mala noche met eigen middelen financierde, koos echter nog even voor onafhankelijkheid. Eerlijkheidshalve moet ook gezegd dat de grote Hollywood-studio’s wel even aarzelden toen zij het scenario onder ogen kregen. Het script is gebaseerd op research die Van Sant persoonlijk verzameld had in de donkere stegen van Portland.
Het resultaat is een onsentimenteel, niet oordelend portret van een staaltje Portland street life, waardoorheen een eigen interpretatie van Shakespeare’s Henri IV is gewoven. De entourage wordt gevormd door cokesnuivers, op seks en geld beluste skinheads, prostituées en andere straatfreaks. Maar Van Sant zorgt ervoor dat je van de personages gaat houden, hij laat je hun lijden en lol meebeleven. De twee jonge acteurs River Phoenix en Keanu Reeves doen daarbij, soms met een enkel gebaar, de grootste wonderen.
Voor My Own Private Idaho ontwikkelde Van Sant een eigen stijl. De film verschuift gladjes van close-up naar panorama, van intimiteit naar afstand en van symbiose naar vervreemding. De associatieve manier waarop de regisseur homoseks als ‘betalend werk’ toont, zit dicht aan tegen Pasolini en het neorealisme.
Van Sant heeft zijn succes eens met humor gerelativeerd door zichzelf “de regisseur van Sodom” te noemen. Net als David Lynch in Eraserhead en Blue Velvet gebruikt Van Sant elementen uit Hollywoods psychodrama en avantgarde-films om de subjectieve interpretatie van jonge mannen op weg naar volwassenheid te onderzoeken. Maar wanneer we David Lynch de cinematografische meester van de American Gothic noemen, kunnen we van Van Sant zeggen dat hij de nieuwste Amerikaanse dromer is die duister realisme en uitdagende verbeelding op bloedstollende wijze op het celluloid combineert.
Slaap
River Phoenix speelt Mike, de hoofdpersoon met wie wij deze roadmovie meereizen. De jongen die door zijn moeder is verlaten en op zoek gaat naar zijn home heeft een beperkte kijk, een bijziende blik als het ware. Niet door de drugs die hij gebruikt, nee eerder door de ziekte waaraan hij lijdt: narcoleptie.
Het openingsshot van de film toont een bladzijde uit een woordenboek dat het woord ‘narcoleptie’ verklaart. Het is een vorm van slaapziekte die de patiënt binnen een seconde in slaap doet vallen. Mike ondergaat dus soms hevige innerlijke veranderingen. Voor het uiterlijk van de film hebben die bewustzijnsvernauwingen enorme consequenties. Ook bepalen ze het ritme van de film.
Dat wordt bijvoorbeeld voelbaar na de close-up van de bladzijde uit het woordenboek, wanneer Van Sant het woord direct illustreert. We zien een lange highway ergens in the middle of nowhere. Ineens komt Mike in beeld, liggend plat op zijn rug op het asfalt, maar wel zo dichtbij dat het lijkt alsof we naast hem op de weg liggen. Oneffenheden op zijn huid en de kleinste haartjes tekenen zich af. Hij hoest en wij worden als het ware naast hem wakker.
Als Mike zo’n diepe slaapaanval heeft droomt hij en de montage past zich feilloos aan en wordt speedy. In een serie jump cuts droomt Mike achtereenvolgens over zijn moeder (te zien in home movie beelden); wolken jagen snel langs de hemel; zalmen banen zich in slowmotion een weg de bergrivier op; een oudere homo bezorgt Mike een orgasme in een goedkope hotelkamer; een houten huis komt krakend uit de lucht vallen op het wegdek van de highway. En dat allemaal in de eerste minuten van de film.
Vanwege zijn ziekte wordt Mike in de gaten gehouden door vriend/hustler Scott (Keanu Reeves). Is Mike op zoek naar het verloren paradijs, naar zijn moeder die hem als kind in de steek liet, Scott daarentegen heeft zichzelf van zijn vader, burgemeester van Portland (dus van een maatschappelijk zekere omgeving) afgewend. Beiden schuimen de straten af op zoek naar klandizie en geld voor drugs. Scott op zijn beurt wordt weer geadoreerd door Bob, een oude verslaafde clochard die hem als Falstaff op Shakespearinaanse wijze aanspreekt, aldus een psychedelische visie op het familieleven en de wereld weggevend.
Wat mij betreft wordt Van Sant op die Henri VI-momenten wel erg bombastisch en pretentieus. Maar de regisseur stelt er weer genoeg tegenover in het dramatische slot. River Phoenix laat hier met de juiste glans in zijn ogen zien dat Mike zich eindelijk bevrijd voelt. Bevrijd van Scott, de vriend waar hij iets te veel van hield en bevrijd van zijn eigen opjagende verleden.