Mutanuka and Syasiya

Mutanuka and Syasiya

De documentaire Mutanuka and Syasiya is geslaagd als portret van twee Afrikaanse muzikanten. De vergelijking van traditionele muziek met bedreigde diersoorten is echter rechtlijnig uitgewerkt.

Het gebied rond de Victoriawatervallen, op de grens van Zambia en Zimbabwe, wordt bewoond door de Leya. Voor hen hebben de watervallen de status van een heilige plek. Dat komt ook naar voren in hun traditionele muziek. Een van de vertolkers daarvan is Edwin Syasia (1939), die vertelt over de liedjes die hij van zijn vader en grootvader leerde. Hij begeleidt zichzelf op een duimpiano, lokaal aangeduid als kanimba, bij ons bekend als de kalimba. Daarnaast zien en horen we Crispin Mutanuka (1931-2019) polyritmes spelen op een salimba, een Zambiaanse variant van de Afrikaanse xylofoon. Van 1964 tot 1992 speelde Mutanuka in het Nationaal Cultureel Ensemble van Zambia, waarmee hij de hele wereld rondreisde. De geportretteerde muzikanten etaleren in interviews en tijdens het bespelen van hun instrument het soort authenticiteit waar zowel makers als kijkers van documentaires dol op zijn. Tot zover niks mis met de film Mutanuka and Syasiya, dus.

Problematischer vind ik het aandeel van Michael Baird. Deze Britse, in Zambia geboren etnomusicoloog volgt de geportretteerden al jaren en heeft in verschillende sessies hun muziek opgenomen. Als een van de pratende hoofden in de film stelt hij vast dat de muziek van Mutanuka en Syasia gaat verdwijnen, omdat er zich geen jongeren aandienen die de traditie willen voortzetten. Hij vergelijkt die verdwijning met het uitsterven van diersoorten. Als mederegisseur van de film zet hij die vergelijking kracht bij met beelden van Afrikaans wild. Een schuldige voor dat uitsterven wijst hij ook aan: de globalisering. Bij het interviewen van een vrouwelijk stamhoofd vraagt hij nogal leidend of de Westerse cultuur een bedreiging vormt voor de Leya-tradities. Het antwoord laat zich raden. Ook hier zoeken de filmmakers het maximale contrast op tussen het leven in een Zambiaans dorp en de toeristenkermis – compleet met bungeejumpen – bij de vijf kilometer verderop gelegen watervallen.

De vet aangezette contrasten creëren een simplistisch beeld van de werkelijkheid. Tradities verdwijnen niet alleen omdat jongeren zich slaafs laten leiden door Westerse invloeden: misschien hebben ze zelf wel besloten dat ze er op uitgekeken zijn. Net zoals Hollandse jongeren ooit uitgekeken waren op de klompendans. Sommige muzikale tradities verdwijnen omdat ze niet langer aanvaardbaar zijn, zoals de castraatzangers uit de achttiende en negentiende eeuw. Bovendien staat tegenover verdwijnende speelstijlen soms ook een wereldwijde acceptatie van traditionele instrumenten. Toen Brian Eno en David Byrne in 1981 hun baanbrekende etno-sample-meesterwerk My Life in the Bush of Ghosts uitbrachten kon je als geïnspireerde muzikant nauwelijks informatie vinden over Afrikaans instrumenten. Tegenwoordig zijn kwalitatief goede djembés, shekeres of zo’n kalimba als Edwin Syasia bespeelt overal ter wereld uit voorraad leverbaar. In de nogal puristische optiek van Baird levert dat verwatering van tradities en monocultuur op. Persoonlijk zie ik die uitbreiding van klankmogelijkheden juist als een verrijking.


Mutanuka and Syasiya is op zaterdag 16 oktober om 14.30 uur eenmalig te zien in Louis Hartlooper Complex, Utrecht.