Motherless Brooklyn

Liefde en cynisme in eeuwig verrot New York

In passieproject Motherless Brooklyn speelt Edward Norton de jaren vijftig-speurneus Lionel Essrog. Een privédetective met het syndroom van Tourette die stuit op een corruptieschandaal in het New Yorkse stadsbestuur. Het zorgt voor een intelligente, jazzy genrefilm – al houdt Norton zich misschien net iets te netjes aan de noirregels en periodedetails vast.

Detective Lionel Essrog heeft niet alleen het syndroom van Tourette, hij heeft ook draden in zijn hoofd. Draden waardoor hij gebeurtenissen vervormt, verkeerd interpreteert en telkens weer voor de geest haalt. “A fucking mess“, noemt hij het zelf in voice-over. Eenzaam staart hij in de openingsscène van Motherless Brooklyn voor zich uit. Zijn tics en verbale uitbarstingen maken hem een freak in de ogen van zijn collega’s bij het detectivebureau, die zich er altijd over hebben verbaast dat baas Frank Minna (Bruce Willis) de onpeilbare jongen onder zijn hoede nam.

Maar Minna zag dan ook iets wat anderen niet zagen: Essrog is misschien een warhoofd, maar hij is ook loyaal, intelligent en goed in zijn werk. En daarbij: bij wie de dingen maar vaak genoeg herhaalt, valt er af en toe wel iets op z’n plek. Het zijn die eigenschappen waarop Minna rekent wanneer hij en Essrog een groep schimmige mannen volgen naar een verlaten loods in Brooklyn, waar Minna vervolgens in koele bloeden wordt neergeschoten. Op welke geheimen was Essrogs baas gestuit? Hij gaat op onderzoek uit.

Motherless Brooklyn is een klassiek gemaakte film noir gebaseerd op de gelijknamige roman van Johnathan Lethem, waaraan Edward Norton meer dan negentien jaar werkte. Nortons schraapte en schaafde het scenario tot een verhaal dat net zoveel leunt op de conventies van echte jaren-vijftig-noirs als The Big Sleep (Howard Hawks, 1946) en The Maltese Falcon (John Huston, 1941), als op moderne incarnaties zoals Chinatown (Roman Polanski, 1974) en misschien nog wel het meest Devil in a Blue Dress (Carl Franklin, 1995). Toch regisseert Norton met beduidend minder flair en gevoel voor mysterie, waardoor Motherless Brooklyn soms blijft hangen in het statig recreëren het zich rap ontwikkelende New York van de jaren vijftig.

Want hoewel de roman in de jaren negentig speelt, verplaatste Norton het verhaal naar de jaren vijftig. Ook toen al werd New York door gentrificatie bedreigd. Tijdens zijn onderzoek stuit Essrog namelijk op een corruptieschandaal in het New Yorkse stadsbestuur. Want terwijl de net verkozen burgemeester zich uitbundig lachend aan de pers voorstelt, is het de bouwmagnaat Moses Randolph (Alec Baldwin) die achter de schermen de stad opnieuw aan het verdelen is – voornamelijk Afro-Amerikaanse en latino wijken moeten plaatsmaken voor luxe recreatie en gebouwencomplexen. Minna blijkt ook de lokale burgerrechtenactivist Laura Rose (Gugu Mbatha-Raw) te hebben gevolgd, en zij neemt ook Essrog tijdens schaduwrijke tochten mee door de met uitsluiting bedreigde buurten Harlem en Brooklyn.

Mooi getroffen is de verslagenheid die alom in de film heerst en waarin personages elkaar lijken te vinden. Zoals de ontevreden New Yorker Paul (Willem Dafoe), die tijdens buurtavonden tekeer gaat tegen de vernieuwingsplannen en Essrog bijschoolt over onrechtvaardigheid (“Heb je Emeson gelezen? Nou, doe dat verdomme!”). Of de hippe trompettist (Michael K. Williams) die ondanks zijn succes in een lokale jazztent een trip naar Frankrijk overweegt waar een cat gewoon kan leven. Allemaal lijden ze onder het juk van de zich ontwikkelende stad.

Valt er iets aan die verslagenheid te doen? Of zit racisme en machtsmisbruik ingebakken in het fundament van New York? Het zijn interessante vragen die Essrog in Motherless Brooklyn van openbaring naar openbaring leiden en hem onderweg de nodige terechtwijzingen en bloedneuzen opleveren. Wanneer de breekbare detective aan het eind op een kil strand de zee overkijkt doet hij dat dan ook met een dubbel gevoel: voor het eerst heeft hij zich dankzij Laura verbonden gevoeld met een grotere gemeenschap, maar tegelijk staarde hij ook diep in het duistere hart der machthebbers. Liefde en cynisme. Beide gevoelens kan hij niet meer van zich afschudden.