Love Life

Iedereen staat er alleen voor

Love Life

Met zijn tiende speelfilm treedt Kôji Fukada explicieter dan ooit in de voetsporen van landgenoot Hirokazu Kore-eda, al draait zijn subtiele familiedrama niet om gemeenschap maar om eenzaamheid.

Hoe moeten we die titel nou interpreteren? Love Life. Is dat een zelfstandig naamwoord – ‘liefsdesleven’? Of een opdracht – ‘hou van het leven’? In dit soort gevallen wil de oorspronkelijke taal nog wel eens helpen, maar de tiende speelfilm van Kôji Fukada heeft alleen die Engelse titel, ook in thuisland Japan.

Fukada blijkt de titel te hebben geleend van een gelijknamig popliedje van de Japanse Akiko Yano uit 1991, dat de scenarist-regisseur inspireerde tot het maken van zijn film en ook meermaals in Love Life te horen is. Niet dat het een directe verfilming is, overigens. Het liedje heeft sowieso geen verhaal als zodanig – het is een wat abstracte lofzang op “een liefde die elke afstand overbrugt”. Fukada’s film duikt in de duisternis die achter dat sentiment kan huizen.

Love Life draait om Taeko, die een ogenschijnlijk gelukkig leven leidt met haar echtgenoot Jiro en haar zes jaar oude zoon Keita uit een eerder huwelijk. Maar als Keita betrokken raakt bij een ernstig ongeluk, opent zich een beerput van familie-ellende. Jiro’s ouders, die om de hoek wonen en het gezin van hun zoon in alles leken te steunen, blijken allerlei ressentiment richting Taeko te hebben.

Haar status als gescheiden vrouw zit ze dwars, net als het feit dat zij hen nog altijd geen ‘echt’ eigen kleinkind heeft bezorgd. Bovendien dwingt het ongeval Taeko weer contact te hebben met Shinji, haar Zuid-Koreaanse, dove ex-partner. Ook Jiro’s ex Yamazaki komt weer in beeld.

In de twintig jaar sinds zijn speelfilmdebuut The Chair (Isu, 2002) groeide Fukada, die ook werkt als theaterregisseur, gestaag uit tot een van de interessantste Japanse filmmakers van zijn generatie. Met Harmonium (2016) won hij de Un Certain Regard-juryprijs in Cannes; Love Life werd vorig jaar geselecteerd voor de competitie van het filmfestival van Venetië.

Met zijn nieuwe film presenteert Fukada zich meer dan ooit als navolger van landgenoot Hirokazu Kore-eda. Ze delen de aandacht voor onconventionele gezinnen en hoe die in het conservatieve Japan beoordeeld worden. En ze delen de gave om in ogenschijnlijk simpele, alledaagse verhalen een grote emotionele diepgang te vinden.

Toch spreken uit hun films in de kern zeer verschillende wereldbeelden. Waar bij Kore-eda het samenzijn, in welke vorm dan ook, veelal de sleutel is tot het menselijk bestaan, draait dat bij Fukada primair om eenzaamheid. Ook weer in Love Life: Taeko lijkt steun te hebben aan Jiro, Park lijkt terug te kunnen vallen op Taeko’s hulp, maar uiteindelijk staat iedereen er alleen voor.

Waarschijnlijk is de titel Love Life dan dus toch een aansporing. Maar dan wel gegeven in het volle besef hoe groot die opgave is.