LOS VIAJES DEL VIENTO
Duelleren met muziek
De jonge Colombiaanse regisseur Ciro Guerra was helemaal klaar met de cocaïnemoorden en politieke wandaden die de media-aandacht voor zijn geboorteland beheersen.
En dus draaide hij zijn debuutfilm ver weg van de criminele buitenwijken van hoofdstad Bogóta, op een plaats waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan: het kleurrijke, gevarieerde achterland van Noord-Colombia. Daar zijn paard en ezel nog de aangewezen middelen om van a naar b te komen, serveert men een warme maaltijd in ruil voor vallenato-muziek, en wordt een hoog opgelopen conflict beslecht in een klassiek man-tegen-man gevecht.
Escapisme? Misschien wel. Maar het stond Guerra nu eenmaal niet voor ogen met de zoveelste verbitterde sociale aanklacht aan te komen. Zijn film is juist een vrolijk en magisch sprookje, over de op het Colombiaanse platteland nog springlevende folkloristische tradities, die putten uit de Indiaanse, Europese én Afrikaanse cultuur.
Dat begint al met de mythe dat de hoofdrolspeler, een accordeon met twee puntige hoorns, vervloekt is omdat de duivel erop gespeeld zou hebben. Het instrument bestuurt nu de muzikant in plaats van andersom. Eigenaar Ignacio Carrillo, gespeeld door de Colombiaanse liedjesschrijver Marciano Martínez, is dat meer dan zat. Hij heeft zojuist zijn vrouw begraven en wil nu ook maar kappen met zijn zwervende bestaan. De accordeon moet dus terug naar zijn vroegere leermeester. Een reis waarbij de treurende, sikkeneurige Ignacio ongevraagd gezelschap krijgt van de brutale jonge hond Fermin, die erop staat het vak weer van hem te leren. Folklore wordt nu eenmaal van generatie op generatie overgedragen.
Odyssee
Zoals dat hoort in een road-movie annex buddyfilm, moeten Ignacio en Fermin samen steeds grotere hindernissen overwinnen: van een accordeonbattle waarin de tegenstanders elkaar de ergste verwensingen toezingen tot een concertwedstrijd die alleen maar verloren kan gaan. Zo’n aaneenschakeling van obstakels kan al snel eentonig worden, maar gelukkig vermengt Guerra de bijna Odyssee-achtige queeste met magisch-realisme à la Gabriel Garcia Marquez en muziek- en dansspektakel op z’n Tony Gatlifs.
Toch stijgt los viajes del viento niet uit boven vergelijkbare Zuid-Amerikaanse films die dit jaar in Rotterdam te zien waren, zoals manuel de ribera (Chili) en el camino entre dos puntos (Argentinië). Die kwamen eveneens van de hand van beginnende regisseurs, die het aandurfden de wilde natuur in te duiken voor de opnamen, te kiezen voor een sobere, eenvoudige stijl, en te werken met een combinatie van professionele acteurs en van de straat gepikte locals.
De voornaamste reden dat Guerra’s film nu een bioscooprelease krijgt, lijkt te schuilen in het hitpotentieel. Daarvoor zorgen de trefzekere, schilderachtige beelden van grijze zoutvlaktes, groene oerwouden en besneeuwde bergketens en vooral de druilerig-opgewekte, ouderwetse accordeonklanken. los viajes del viento heeft uiteindelijk iets te veel weg van een crowdpleaser. Dat stelt enigszins teleur — zeker voor een film die aanvankelijk tegen de gebaande paden in lijkt te willen gaan.
Niels Bakker