Liebe in den Gängen

Gluren tussen de gummiberen

Liebe in den Gängen

Tussen het palmboombehang en het koffiezet­apparaat bloeit een liefde op in Liebe in den Gängen. Over de edele kunst van het vorkhef­truckrijden en de grote teleurstellingen in het leven.

Het lijkt een van de minst romantische plekken die je kunt bedenken: de helverlichte gangen van een Oost-Duitse groothandel waar vorkheftrucks zigzaggend hun weg banen langs chocoladerepen, blikken bonen en flessen drank. Maar die schappen blijken zich juist goed te lenen als doorkijkjes voor een gluurpartij naar die ene leuke collega. De desolate sfeer zou juist wel eens de behoefte kunnen oproepen om contact te maken. De ultraverlegen Christian ziet hoe Marion (Sandra Hüller uit Toni Erdmann) het schap met gummiberen aanvult en is gelijk verkocht. De extraverte Marion valt voor deze gevoelige vakkenvuller, die en passant ook de edele kunst van het vorkheftruckrijden leert.

Ondertussen krijgen we een komisch inkijkje in de onderlinge vetes op de werkvloer. Christians leermeester Bruno, die alles al gezien heeft in het groothandelswezen, leert hem hoe de verhoudingen hier liggen: “Met de conservenafdeling kunnen we niet zo goed opschieten. Met de zoetafdeling gaan we wel prima door een deur.” Het palmboombehang bij het koffiezetapparaat is er om de medewerkers op te peppen, net als het bord boven de spiegel waarop staat: ‘Zo ziet de klant jou.’ Ook de camera die in vogelperspectief boven de gangen hangt, versterkt de claustrofobische, afstandelijke sfeer, net als het ietwat gekunstelde acteerwerk.

Een welkome stijlbreuk is het komische intermezzo van de korte cultfilm Forklift Driver Claus (2000), over vorkheftruckbestuurder Claus die de gruwelijkste ongelukken krijgt, een parodie op de veiligheidsinstructiefilms die ontaardt in een hilarische splatterfilm. Maar Liebe in den Gängen verandert pas echt van toon als zich een tragische gebeurtenis voordoet, aangejaagd door de grote teleurstellingen in het leven, die alles kleurt wat daaraan voorafging. Ook zien we hoe Christian soms de controle verliest, en er achter zijn onbeweeglijke gelaat nog een heel ander mens schuilgaat. Dan blijkt dat de personages toch genoeg diepte hebben meegekregen om niet alleen over te komen als pionnen die tussen de schappen zijn gezet, en af en toe een zet vooruit mogen doen. Wat voor anderen een gangpad is, is voor hen het leven.