Licht

Het genie los van de mens

Licht

Documentairemaker Oeke Hoogenijk scheidt de mythe van de mens in haar doortastende documentaire over componist Karlheinz Stockhausen. Licht is tegelijk een lofzang en een kritiek op het genie dat in 2007 overleed maar alom aanwezig is in de film.

In 2016 wordt door onder meer de Nationale Opera en het Holland Festival het ambitieuze plan opgevat om Licht van Karlheinz Stockhausen (1928-2007) op de bühne te brengen. De Duitse componist, die bekend staat om zijn avantgardistische, atonale composities, werkte 26 jaar aan zijn magnum opus dat zeven opera’s en 29 uur beslaat. Theaterregisseur Pierre Audi en de twee vrouwen met wie Stockhausen jarenlang samenleefde, Suzanne Stephens (muzikaal en dramaturgisch adviseur) en Kathinka Pasveer (muzikaal leider), slaan zodoende de handen ineen om met een gigantisch team dat bestaat uit meer dan vijfhonderd dansers en musici het schier onmogelijke te bewerkstelligen.

Die inspanning resulteert in het voorjaar van 2019 in een voorstelling waarover de New York Times kopt: “Three Days, Four Helicopters, One Bone-Shaking Opera.” Documentairemaker Oeke Hoogendijk (Mijn Rembrandt, 2019) toont de logistieke operatie die hieraan voorafging. Jarenlang filmde ze de voorbereidingen; zo komt ze op een gegeven moment terecht bij de vrouw die in een jaar tijd 410 (!) repetities moet inplannen. Vanzelfsprekend gaat niet alles van een leien dakje. Zo boter het niet altijd tussen Audi en de weduwen. Ze erkennen allemaal dat Stockhausen een genie was, maar Audi wil het publiek graag een “nieuwe interpretatie” tonen van Licht die niet “potsierlijk oogt” terwijl Pasveer en Stephens de instructies van Stockhausen – die naast de muziek ook de choreografie en set design optekende – tot op de letter volgen.

Voor hen staat hun geliefde – Stockhausen was een polygamist – nog steeds hoog op een voetstuk. Dat geldt echter niet voor de kinderen van de componist: zij vertellen in de film openhartig hoe alles in het gezin om muziek draaide. Wie daar niet in meeging, werd vakkundig geëxcommuniceerd. Stephens ziet dat anders: “Hij hield niet van zichzelf.” Hoewel ze even later opmerkt dat Stockhausen ooit zei dat zijn zoon Simon – een begenadigd componist – “misschien over meer talent beschikte dan hijzelf.”

Licht staat bol van dat soort pijnlijk-geestige tegenstellingen, waarin de man wordt losgerukt van de mythe. Hoogendijk weet die twee aspecten – het genie en de mens – met veel vernuft van elkaar te scheiden. Daarmee is Licht naast een concertfilm ook, of vooral, een kritische biografie van Stockhausen, een gemankeerd talent dat ver na zijn dood nog mensen weet te inspireren en frictie weet te creëren.


Licht is vanaf 3 februari te zien op Picl en in enkele filmtheaters.