L’Abbé Pierre
Het zelfverkozen kruis van deze weldoener is zwaar
De Franse goeddoener Henri Antoine Grouès, ofwel ‘Abbé Pierre’, bestreed decennialang armoede in tijden van woningnood. Maar was het genoeg?
Henri Antoine Grouès (1912-2007) droeg levenslang een spreekwoordelijk, zelfverkozen kruis met zich mee. De comfortabel rijk geboren Grouès koos aanvankelijk voor het nederige, geestelijke leven. Hij werd in 1938 tot priester gewijd bij de strenge kapucijnen, maar moest de kloosterorde vanwege een zwakke gezondheid verlaten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Grouès omgedoopt tot ‘Abbé Pierre’. Onder die schuilnaam hielp hij met gevaar voor eigen leven Joden en verzetsstrijders vluchten. Toen na de oorlog crisisjaren vol armoede en woningnood volgden, kaartte hij als parlementslid dit thema aan. Tevergeefs. Dus stichtte hij met behulp van getrouwen de Emmausbeweging: gemeenschappen die noodwoningen bouwden waar mensen zelf hun geld verdienden door rommel op te knappen voor de verkoop. Hij financierde dit humane plan met zijn salaris als parlementslid. Tot ook die geldkraan leeg was en hij eigenhandig ging bedelen.
Tegen die tijd weet je als kijker: deze man heeft álles over voor zijn arme medemens. Zijn gezondheid, zijn privéleven, zijn fortuin – alles. En nóg krijgt hij de goegemeente niet mee. Tot hij na enkele menselijke drama’s in de publiciteit stapt en preekt dat ’t een lieve lust is. Waar Abbé Pierre komt, verschijnen voortaan pers en fans. Zijn goede zaak is dan eindelijk op de kaart gezet, al krijgt hij ook daarna nog de nodige kwesties voor de kiezen.
Ondanks Abbé Pierre’s decennialange pogingen is de moraal van dit verhaal een tragische: het wás erg en dat is het nog altijd. In de voice-over spreekt Abbé Pierre, overigens treffend neergezet door Benjamin Lavernhe, over existentiële levensvragen, de staat van de mensheid en zijn eigen beweegredenen.
Het scenario volgt de protagonist chronologisch en middels hoogte- en dieptepunten vanaf zijn jongvolwassen jaren tot aan zijn dood. Regisseur Frédéric Tellier voegt wat dromerige, poëtische scènes toe, maar die raken ondergesneeuwd door de talloze aangestipte episodes uit het leven van de welhaast messiaanse held. Het drama is met z’n twee uur en een kwartier uitputtend lang. Bovendien gaat dit bekende verhaal over een prominent figuur uit de recente Franse geschiedenis uiteindelijk als een nachtkaars uit.
Ondertussen ziet het er visueel dik in orde uit, met prachtige shots, split-screens en intermezzo’s gevormd door journaalitems uit verschillende periodes. Slim tonen die sequenties in een notendop steeds de stand van het land. De muziek is vaak denderend dramatisch aanwezig, steeds toewerkend naar een volgende, emotionele apotheose. Dat gaat op den duur irriteren, net als het feit dat deze bijna-heilige steevast twijfelt of hij wel genoeg doet voor al die arme mensen. Die gedachte is ongetwijfeld op geen enkele manier badinerend bedoeld. En nee, stelt Abbé Pierre in dit drama zeer regelmatig, het gaat écht niet om hem. Maar dat is in zo’n biografisch verhaal nou juist lastig te verkopen.