La ruche

Gezinstragedie zonder schuldigen

La ruche

Hoe overleef je een moeder die aan depressies en heftige stemmingswisselingen lijdt? In La ruche worstelen drie dochters met die vraag. Christophe Hermans betoont zich in zijn intense speelfilmdebuut een geweldige acteursregisseur.

De titel La ruche (‘de bijenkorf’) suggereert een gezellige drukte met vrolijk gezoem, maar daar is in deze film geen sprake van. Drukte genoeg, dat wel, in het fraaie oude appartement van de gescheiden Alice, maar geen vrolijke drukte. Haar drie tienerdochters zijn altijd op hun hoede. Nooit ogen ze ontspannen, altijd waakzaam voor wat er kan gebeuren.

Het gedrag van hun bipolaire moeder is onvoorspelbaar. Ze kan zomaar van een vrolijke in een tierende vrouw exploderen. Of wegzakken in een zware depressie en schreeuwen dat ze het zat is om altijd voor haar dochters te moeten zorgen. Het bewijst enkel de verwrongen kijk van Alice op de werkelijkheid, want ze doet weinig meer dan roken en voor zich uit staren. Het is de omgekeerde wereld: niet Alice zorgt voor haar kinderen, maar haar oudste dochter Marion probeert het gezin overeind te houden.

Sophie Breyer, in haar eerste grote rol na bijrollen in onder andere Raw (2016) en Benedetta (2019), maakt de intense druk op Marions schouders aangrijpend voelbaar. Door haar wilskracht schemert wanhoop en vertwijfeling. Het lijkt een kwestie van tijd voordat ze eraan ten onder gaat. Niet alleen Breyer acteert opvallend sterk, maar ook Ludivine Sagnier als Alice, en Mara Taquin en Bonnie Duchauvelle als haar jongere dochters. Dat Duchauvelle – ook in het echte leven Sagniers dochter – haar acteerdebuut maakt, is niet te merken.

Het zegt veel over de werkwijze van de Belgische regisseur Christophe Hermans, die voorafgaand aan en tijdens het draaien van de film een pseudogezinssfeer creëerde. Zo sliepen de actrices na een draaidag soms in het appartement waar de film werd opgenomen. Die werkwijze en het realisme van de film, waarin de camera de personages vaak dicht op de huid zit, doen denken aan de Dardennes. Het verbaast niet dat Hermans net als zij een achtergrond in de documentaire heeft.

La ruche, gebaseerd op het gelijknamige boek van Arthur Loustalot, toont de destructieve invloed van de uit de rails gelopen Alice op haar kinderen, maar wijst niet met een beschuldigende vinger. De film is geen betoog over falende geestelijke gezondheidszorg maar een noodlotsdrama, een gezins­tragedie zonder schuldigen. De onmacht van Alice en de worsteling met haar demonen snijden evenzeer door de ziel als de wanhoop van haar kinderen. Het is triest om te zien hoe ze van elkaar houden en toch in een moeras belanden.

Als La ruche een Hollywood-film was, zou hij ongetwijfeld louterend eindigen, maar zo’n film is het niet. Geen suikerlaagje, maar tot het einde de Werdegang van dit gezin. Ook die oprechtheid maakt indruk.