L’été inoubliable

Etnische broeikas

Er was eens een hele mooie dame, die de aandacht trok van een Roemeense generaal. Het begin van een sprookje, dat kan haast niet anders. Toch wil Lucian Pintilie met zijn nieuwe film L’été inoubliable niet minder dan de ziel van de Balkan ontleden. Hij komt niet verder dan een paar blootgelegde zenuwen, maar zijn film blijft een mooi sprookje.

Het Roemenië van de jaren twintig is een gezellige provinciestad waar de voltallige legertop langs het bed van een Hongaars hoertje trekt en waar de adellijke dames van cosmopolitische steden als Wenen en Londen dromen. De foxtrot heeft zijn weg nog niet gevonden naar Boedapest, dat nog in de vorige eeuw leeft. Op een bal in het koninklijk paleis wordt veel geglimlacht en onderhandeld. De een wil zijn neef uit militaire dienst houden en de ander jaagt op getrouwde vrouwen. Zo ook een Roemeense generaal, die zijn oog laat vallen op de beeldschone Marie-Thérèse von Debretsky. Haar internationale allure steekt scherp af tegen de bestofte Roemeense adel. Haar echtgenoot is een plichtsgetrouwe legerkapitein die na dit incident overplaatsing aanvraagt naar een afgelegen grenspost, waar verschillende nationaliteiten elkaar naar het leven staan. Het sprookje wordt een nachtmerrie.

Marie-Thérèse wordt gespeeld door de Engelse actrice Kristin Scott-Thomas (de bitse vriendin uit Four Weddings and a Funeral) die de rol met haar porseleinen schoonheid leven inblaast. Vanuit haar positie, die van de buitenlandse outsider, wordt het doolhof van de gecompliceerde Balkanziel betreden. Deze bereisde kapiteinsvrouw weet in alle bijna omstandigheden haar opgewektheid te behouden, al was het alleen maar voor de kinderen. Pas als ze het gevilde lichaam van een dienstplichtige soldaat ziet, dringt het tot haar door dat de grenspost met zijn Macedonische smokkelaars, Turkse bandieten en Bulgaarse boeren geen plaats is voor een jong gezinnetje.

Bloeddorst
Het gaat er hard aan toe in deze etnische broeikas. De smokkelaars beschermen met bruut geweld hun werkterrein. Een soldaat de keel doorsnijden doen ze op hun nuchtere maag. De door de kapitein aangevoerde legereenheid reageert angst en woede af op de Bulgaarse boerenbevolking. Waardoor de Bulgaren weer een diepgewortelde haat tegen de Roemenen koesteren. Geweld houdt de eeuwigdurende kettingreactie van bloeddorst in stand.

Wanneer de kapitein het bevel krijgt om een groep gevangen genomen Bulgaarse boeren te executeren komt Marie-Thérèse in actie. Zij heeft de boeren in haar hart gesloten. Haar echtgenoot twijfelt of hij zijn plaats in de ketting van geweld moet innemen. Zijn generaal komt langs om het bevel kracht bij te zetten, of is het om weer van Marie-Thérèse te genieten? Zijn bezoekje aan de grenspost pakt anders uit dan hij had gedacht, want de kapiteinsvrouw gaat op haar humanistische strepen staan. De kapitein weigert het bevel uit te voeren zonder schriftelijke bevestiging, een daad die hem zijn militaire status, en daarmee zijn levenswijze, kost. In het netwerk van wraak was er maar één persoon die weigerde te doden. Zijn integriteit heeft niets veranderd.

Absurditeit
Lucian Pintilie is dus een pessimist. In een interview met de Filmkrant van april 1993, naar aanleiding van de uitbreng van Le chêne, maakte hij dat al duidelijk. “In mijn volgende film laat ik de eik van de hoop zien en dat de wortels van die prachtige eik op dit moment worden aangevreten door wormen.” Na zeventien jaar als ‘gepriviligeerde dissident’ en gevierd theatermaker in het buitenland te hebben doorgebracht, keerde de filmmaker in 1990 terug naar zijn geboorteland, waar hij hoofd film van het ministerie van cultuur werd. Twee jaar later maakte hij Le chêne, een film over de absurditeit van het Ceaucescu-regime. Met L’été inoubliable wilde Pintilie de absurditeit van het Balkan-geweld tonen.

L’été inoubliable vertelt het sprookje van een jong en gelukkig gezin, dat de luxe van de hoofdstad verruilt voor de eenzaamheid van een grenspost. Daar maken ze weliswaar vreselijke dingen mee, maar die schijnen de basis van hun geluk niet aan te tasten. Marie-Thérèse begrijpt dat haar gefingeerde opgewektheid de boel moet redden. In dit sprookje zien we weliswaar hoe bloedwraak in stand wordt gehouden, maar niet de achterliggende ontstaansgeschiedenis. Pintilie toont ons niet de oorzaken van die etnische problemen en ondanks het feit dat de film zich afspeelt in 1925 biedt hij geen historische inzichten. Daarvoor is het onderwerp ook veel te ingewikkeld. De ziel van de Balkan laat zich niet ontleden door een speelfilm.

Dat doet echter niets af aan het feit dat Pintilie een mooi verhaal vertelt met uitstekende acteurs. De lotgevallen van het kapiteinsgezin blijven na het zien van de film nog lang naspoken.