Kracht
Boer versus vrouw
‘Iconen van de Nederlandse cinema’, heet het Eye-programma in het kader waarvan Frouke Fokkema’s Kracht (1990) landelijk wordt heruitgebracht. Dat etiket verdient deze stad-versus-platteland-tragedie.
“Kom, aan het werk”, maant de oude moeder van boer Bert Bollens, kort na de begrafenis van zijn vrouw. “Dan vergeet je snel.” Maar hard werken, dat was nu juist waar zijn vrouw aan kapotging. “Ze heeft zich doodgewerkt”, klinkt het herhaaldelijk in Kracht – al speelde kanker ook een rol.
Kracht opent met de naar het absurde neigende verwikkelingen rond de begrafenis van Berts vrouw. De lijkwagen komt vast te staan in de modder, waardoor Bert en de kist uiteindelijk te laat bij de kerk arriveren. In arren moede cremeert Bert (Theu Boermans) haar dan maar in zijn eigen oven. Dit alles droogjes becommentarieerd door de mannen van de lijkwagen, die ook later in de film nog meermaals zullen fungeren als een soort Grieks koor in Limburgs dialect.
Berts drastische oplossing is typerend voor de grillige zijpaden die ook de rest van de film in zal slaan. Met Kracht, een enigszins vergeten Nederklassieker die opnieuw wordt uitgebracht in het kader van het Eye-programma rond producenten Matthijs van Heijningen en Guurtje Buddenberg, leek in 1990 een eigengereid nieuw filmtalent op te staan: Frouke Fokkema ontving voor haar eerste speelfilm als scenarist en regisseur direct een Gouden Kalf voor Beste Regie. Die belofte werd nooit helemaal ingelost, al maakte Fokkema nog twee films: Wildgroei (1994) en De omweg (2000). In beide lijkt de liefde, of zelfs maar communicatie tussen man en vrouw, nog onmogelijker dan in Kracht.
Want Bert stuit al snel op een nieuwe vrouw, als hij de sociale druk van zijn kleine Zuid-Limburgse dorp ontvlucht door in de stad een landbouwbeurs te bezoeken. Daar ontmoet hij fotograaf Roos Rozemond (Anneke Blok), die hem vervolgens meesleept de stad in, eerst naar de kroeg en dan naar haar slaapkamer. Voor hem is haar losbandige vrijzinnigheid een verademing, voor haar zijn correcte betrouwbaarheid een welkome afwisseling van de flierefluiters die zich niet willen binden. Maar precies in die eigenschappen lopen de twee vast als Roos in een opwelling Bert achternareist naar Limburg en intrekt op de boerderij. Wat begint als droogkomische botsing tussen stad en platteland, ontvouwt zich gestaag tot tragedie van Griekse proporties.
Fokkema maakte Kracht voornamelijk met cast en crew van het pas net opgerichte theatergezelschap De Trust – Boermans was er artistiek leider, Fokkema schreef stukken voor de Trust en Blok (hier in haar eerste speelfilm) was jarenlang aan het gezelschap verbonden, net als veel andere acteurs in de film. Fokkema vermengt die op elkaar ingespeelde groep met mensen uit de Limburgse dorpjes waar werd gedraaid, opgetrommeld bij lokale toneelverenigingen en fanfares.
Die wisselwerking tekent de hele film. Kracht werkt op een niveau van abstractie en symboliek dat eerder met theater of literatuur dan met cinema wordt geassocieerd – zie bijvoorbeeld de allitererende namen van de personages, of het feit dat Bert en Roos elkaar ook als ze al lang en breed samenwonen nog met ‘u’ blijven aanspreken. En tegelijk staat de film volop met zijn poten in een modderige realiteit, die zeer filmisch is.