Focus: Iconen van de Nederlandse cinema

Mondige iconen

Kracht

Matthijs van Heijningen en zijn partner Guusje Buddenberg produceerden vanaf de jaren zeventig ruim veertig speelfilms. Zes jaar geleden zetten zij er een punt achter. Als eerbetoon vertoont Eye van 7 t/m 13 november twaalf succesvolle films van het duo. Ook is er een uitvoerig zaalinterview.

Je kunt veel van Matthijs van Heijningen zeggen, maar niet dat hij met meel in de mond praat. In een interview in Filmkrant eerder dit jaar haalde hij nog maar eens uit naar de Nederlandse filmbureaucratie: “Al die filmplannen moeten zo vaak aangepast en gewijzigd worden dat die scenario’s nergens meer op slaan.”

Nog een klacht: “Je kunt vandaag de dag ook niemand meer uitschelden of er ruzie mee maken, dan word je meteen beticht van grensoverschrijdend gedrag.” Het is duidelijk: “Ik zit qua gevoel en persoonlijkheid nog steeds in de jaren tachtig.”

Van Heijningen produceerde in 1973 met De antichrist (Roeland Kerbosch) zijn eerste film. Ironische titel voor de gereformeerd opgevoede producent. Vanaf de oprichting van Sigma Pictures in 1974 produceerde Van Heijningen met Buddenberg tientallen grote publieks- en arthousefilms. Eye vertoont een representatieve selectie, die een beeld geeft van bijna een halve eeuw Nederlandse filmcultuur.

Veel films ogen inmiddels als tijdsdocumenten. Zoals Een vrouw als Eva (Nouchka van Brakel, 1979), waarin Maria Schneider en Monique van de Ven in een Franse commune een relatie krijgen. Een feministische klassieker is De stilte rond Christine M. (Marleen Gorris, 1982), over drie vrouwen die een kledingverkoper vermoorden.

Van een andere orde zijn het misdaaddrama De bende van Oss (André van Duren, 2011) en de horrorfilms De lift (Dick Maas, 1983) en Andy, bloed en blond haar (Frank Wiering, 1979). Artfilms zijn 1000 Rosen (Theu Boermans, 1994) en Kracht (Frouke Fokkema, 1990); die laatste wordt ook landelijk heruitgebracht.

Van Heijningen en Buddenberg produceerden graag boekverfilmingen, omdat romantitels bij veel mensen al een belletje doen rinkelen. Eye vertoont er vijf: Flanagan (Adriaan Ditvoorst, 1975, naar Tim Krabbé), Eline Vere (Harry Kümel, 1991, naar Louis Couperus), Een zaak van leven of dood (George Schouten, 1983, naar Hans Vervoort), Een vlucht regenwulpen (Ate de Jong, 1981, naar Maarten ’t Hart), en
Ciske de rat (Guido Pieters, 1984, naar Piet Bakker).

Het producentenduo blikt op 10 november in een met filmfragmenten gelardeerd publieksinterview terug op hun werk in een halve eeuw Nederlandse filmcultuur.


Iconen van de Nederlandse Cinema | 7 t/m 13 november 2024 | Eye Filmmuseum, Amsterdam