Johnny Meijer
De vrijheid, de accordeon en de blote billen
Tijdens het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) worden een aantal Nederlandse documentaires uitgebracht, die kort na het festival in de bioscoop te zien zullen zijn. Ze bieden een blik op drie facetten van het menselijk reilen en zeilen: in de gevangenis, op het podium en in het vizier van de telelens.
Godzijdank is er iemand geweest die over de Amsterdamse accordeonist Johnny Meijer nog bij leven een documentaire heeft gemaakt. John Appel heeft het gevoel voor het juiste moment dat voor een documentairemaker essentieel is.
Johnny Meijer is dan wel een portret van een virtuoos in zijn nadagen, het is ook het verhaal van de volksjongen die door zijn gigantische talent geen contact meer had met de Amsterdamse smartlappenwereld waaruit hij voortkwam, noch met de jazzwereld die toch iets te kunstenaarsachtig voor hem was. Hij is nooit echt doorgedrongen tot die kringen die hem wel waardeerden als één van de grootsten op zijn instrument: de accordeon of eigenlijk de ‘knoppenkast’ of het ‘kassie’, zoals hij het zelf noemde. Geen klassiek jazz-instrument en daardoor eigenlijk een handicap voor zijn carrière in die richting.
De documentaire laat alle tegenstrijdigheden rondom de ongekroonde koning zonder koninkrijk de revue passeren. We zijn nog net getuige van misschien wel zijn eerste en laatste optreden in het Concertgebouw, het gedoe rondom het pak dat hij aan moest, enzovoort. De dagelijkse beslommeringen van een vermoeide, kribbige held. Beelden die doen denken aan Big Ben van Johan van der Keuken, over de tijd dat de Amerikaanse tenorsaxofonist Ben Webster in de Rivierenbuurt woonde. Waarom hebben die twee nooit samengespeeld, vraag je je dan onmiddellijk af. Welke fantastische kansen heeft hij laten liggen?
Johnny moest gevraagd worden en er is blijkbaar geen platenproducer genoeg geïnteresseerd geweest om hem zover te krijgen. Ik mis een beetje de commentaren uit die hoek, bijvoorbeeld van een Archie Shepp die wel met hem gespeeld heeft of dichter bij huis, van een drummer als Johnny Engels. Misschien waren we meer te weten gekomen, maar waarschijnlijk ook niet. Johnny liet zichzelf alleen maar zien als hij accordeon speelde en dat doet hij in de documentaire veelvuldig, op verschillende tijdstippen in zijn carrière. Een mooi staaltje research.
Zijn instrument, helemaal uitgesleten door jaren spelen, is in feite niets waard zonder de man erachter. Na zijn dood ontstaat er een heel gedonder over deze accordeon, die voor sommigen ‘fans’ belangrijker wordt dan Johnny ooit voor hen geweest is. Het Jordanese monumenten-sentiment slaat weer toe. Toen hij nog leefde wisten ze eigenlijk geen raad met hem.