Intouchables

Stoute grappen

Intouchables

Moeilijk te weerstaan en in Frankrijk de zestien miljoen bezoekers al gepasseerd: Intouchables, het geestige verhaal over de vriendschap tussen een invalide miljonair en een immigrant uit de achterbuurten van Parijs.

“Heeft u referenties?” Wanneer de gehandicapte miljonair Philippe (François Cluzet) op zoek is naar een persoonlijk verzorger, solliciteren vooral jongemannen die diplomatiek stamelen dat ze zo goed voor de invalide medemens zorgen kunnen. Driss (Omar Sy) is totaal anders. De brutale Nigeriaan stormt de kamer binnen, is daar eigenlijk alleen omdat het van de sociale dienst moet, flirt met Philippe’s secretaresse en gaat meteen in discussie. “Kool & The Gang; Earth, Wind & Fire – dat zijn goede referenties, toch?” Philippe houdt meer van klassieke muziek: Chopin, Schubert, Berlioz. “Het verbaast me dat u Berlioz kent”, onderbreekt Driss hem. Een jongen van de straat; hij heeft het niet over de componist, maar over de buurt in het negende arrondissement van Parijs.

Twee totaal verschillende werelden ontmoeten elkaar; een bijzondere vriendschap is geboren. Wat Intouchables op het eerste gezicht alleen onderscheidt van ontelbare andere komedies over onwaarschijnlijke vriendschappen, is dat dit verhaal op feiten is gebaseerd. De Parijse zakenman Philippe Pozzo di Borgo raakte na een ongeluk ernstig verlamd. Hij belandde in een rolstoel en kon alleen zijn hoofd nog bewegen. In zijn boek Le second souffle beschreef hij hoe de jonge immigrant Abdel Yasmin Sellou zijn verzorger werd en hoe ze vrienden werden voor het leven. Aan het eind van Intouchables zijn de twee even te zien.

“Hij vindt me niet zielig”, verklaart Philippe in de film. Driss’ nieuwe baan levert hem een slaapkamer op in een vorstelijke woning; een enorm bed, antieke meubels en een luxueuze badkamer. Keerzijde is dat hij als verzorger geacht wordt Philippe uit bed te tillen en dat hij moet leren hoe je een man steunkousen aantrekt. Dat gaat de macho Driss al bijna te ver, maar het kan nog erger. “Waar zijn die handschoenen voor?”

Hete thee
Vanaf het begin hebben regisseurs en scenarioschrijvers Éric Toledano en Olivier Nakache de goede toon te pakken. De grappen zijn leuk, maar ook een beetje stout. Driss test met hete thee uit hoe gevoelloos Philippe’s benen precies zijn. Wanneer hij hem scheert, haalt hij flauwe grappen uit waartegen zijn bewegingsloze opdrachtgever zich niet kan verweren. Philippe ondertussen, amuseert zich kostelijk wanneer Driss de spot drijft met pretentieuze kunsthandelaren en stijve kamerorkesten. Af en toe roken ze een jointje. Audrey Fleurot en Anne Le Ny, in twee leuke bijrollen, fungeren als getuige van die lieve laatbloeiende jongensvriendschap. Een scherpe montage en, inderdaad, Earth, Wind & Fire’s Boogie Wonderland houden de vaart er ondertussen goed in.

Natuurlijk zal alle komedie uiteindelijk plaatsmaken voor gevoelens van diepere vriendschap. De elementen daarvoor worden keurig neergezet. Driss ontvlucht de problemen van zijn eigen familie en de straat. Philippe onderhoudt een ‘epistolaire relatie’ met een vrouw, maar durft in zijn eenzaamheid niet verder te gaan dan het dicteren van hoogdravende liefdespoëzie. Het scenario werkt de plotlijntjes mooi af met een lach en een traan.

Dat maakt dat Intouchables soms wel heel dicht aanschuurt tegen de overbekende formules van het genre. De finale kan nauwelijks verrassend genoemd worden. De uitvoering is echter onweerstaanbaar en François Cluzet en Omar Sy schitteren. Je ziet het juist in zo’n slotscène die eigenlijk iets te zoetsappig is: Cluzet en Sy hebben daarvoor zelfs geen woorden meer nodig. Zij zorgen voor de vonk.