Il pleut dans la maison
Cyclus van verwaarlozing
Terwijl toeristen er vakantie vieren, moeten twee tieners in een klein Belgisch stadje aan het water de zomer zien door te komen zonder ouders.
Dat regisseur en schrijver Paloma Sermon-Daï dicht bij huis bleef voor haar eerste fictieproject is voelbaar. Ze groeide zelf op in het plaatsje aan de rivier waar de film zich afspeelt en vangt treffend de zomerloomte en de benarde situatie van de hoofdrolspelers. Bij vlagen voelt Il pleut dans la maison haast als documentaire; subtiel maar doordringend zien we de effecten van armoede en verwaarlozing in de gezichten van Purdey en Makenzy trekken.
Het feit dat de twee hoofdrolspelers ook echt familie van elkaar zijn en het scenario gedeeltelijk op hun leven werd gebaseerd, draagt verder bij aan de documentaireachtige sfeer. Als kijker moet je geen conventioneel plot verwachten, maar krijg je wel een inkijkje in een gezin dat onderaan de maatschappelijke ladder bungelt.
De film bestaat uit een reeks scènes waarin we de tieners zien werken, relaxen en stelen. Hoewel het mijmerende karakter realistisch aanvoelt, vormt het ook z’n zwakte. Il pleut dans la maison focust in z’n korte speelduur op de cyclus van verwaarlozing, waardoor er nauwelijks ruimte is voor groei van de hoofdpersonages. Ze zitten vast in hun positie en ondanks ontsnappingspogingen drukt de maatschappij hen telkens terug. Terwijl enige karakterontwikkeling een klein drama als dit naar een hoger niveau had kunnen tillen; nu blijft de film vooral een maatschappelijk pamflet.
Je krijgt al snel sympathie voor twee tieners die mantelzorger, broodwinner en kind tegelijk moeten zijn. Dat is mede te danken aan het acteren van nieuwkomers Purdey en Makenzy Lombet. Wanneer het vriendje van Purdey, een nette jongen opgegroeid in een middenklassegezin, begint te oreren over haar toekomst, trekt er een kille waas over haar gezicht. Hoe langer hij doorratelt, hoe duidelijker het wordt dat hij geen enkel idee heeft van haar kansloze positie.
De scène, alsook de gehele film, illustreert de blinde vlek van de Europese middenklasse – mensen die geloven dat met hard werken iedereen overal kan komen en zich er niet bewust van zijn hoe cruciaal hun financiële vangnet is.