Hoe duur was de suiker

Slavernijsoap

Jean van de Velde opent het Nederlands Film Festival met een slap melodrama over slavernij, zonder daar echt commentaar op te durven leveren.

Toen Quentin Tarantino’s Django Unchained eerder dit jaar verscheen, ontstond (een beetje) ophef: mag je de slavernij als achtergrond gebruiken voor de post-ironische, metacinematische Spielerei waar de regisseur om bekend staat? Over Hoe duur was de suiker, Jean van de Velde’s verfilming van de gelijknamige roman van de Surinaamse schrijfster Cynthia McLeod uit 1987, zal zo’n ophef niet ontstaan. Toch kun je daarbij dezelfde vraag stellen als bij Django. Want is het wel kies om de slavernij als achtergrond te gebruiken voor een soapachtig melodrama dat vrijwel niets over de slavernij zegt?

Het historische verhaal over de plantersfamilie Fernandez uit het boek wordt voor de film gestroomlijnd: vooral de relatie tussen de verwende blanke dochter Sarith (Gaite Jansen) en haar slavin Mini-mini (Yootha Wong-Loi-Sing) staat centraal. Ze zijn halfzusjes, kinderen van dezelfde blanke vader, die aan het begin van de film overlijdt. Terwijl Sariths (aangetrouwde) zussen weggekaapt worden, blijft de begeerlijke maar veeleisende vamp alleen achter: haar grote liefde wordt uitgehuwelijkt. Er volgen allerhande verwikkelingen, waarin de mishandeling van slaven feitelijk alleen van belang wordt als dit het drama verder brengt. Daarbij helpt het niet dat de film in feite geen held heeft: van de twee belangrijkste personages is Sarith een onuitstaanbaar nest en staat Mini-mini het grootste deel van de film machteloos aan de zijlijn. Er zit een sterke kern in hun relatie: beide meisjes zoeken naar vrijheid in een wereld die hen dat niet gunt. Maar die laag wordt niet goed uitgewerkt en verdwijnt te vaak naar de achtergrond.

Van de Velde doet nog een opvallende poging tot (over)correctie van McLeods roman, waarin de alwetende verteller alle kritiek op de behandeling van de slaven ten spijt toch vooral het blanke perspectief kiest, door Mini-mini in voice-over op te voeren als de expliciete verteller van het verhaal. Ironisch genoeg is het een ingreep die het geheel niet filmischer maakt, maar juist de indruk versterkt van de zoveelste stoffige Nederlandse boekverfilming.