Hidden Figures

Tut-tut-tut

  • Datum 28-02-2017
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Hidden Figures
  • Regie
    Theodore Melfi
    Te zien vanaf
    01-01-2016
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

In een uitzonderlijk sterk jaar voor de ‘zwarte film’ — wat dat ook precies moge betekenen — is Hidden Figures van Theodore Melfi een middenmoter: een dertien-in-het-dozijn hoopgevend historisch verhaal, over drie zwarte, vrouwelijke wiskundigen die in de late jaren vijftig hun plek bij NASA bevechten.

Het jaar 2016 was een uitzonderlijk goed jaar voor de ‘zwarte film’, hoe je dat ook precies definieert. Naast films als Barry Jenkins’ Oscar-winnaar Moonlight en Denzel Washingtons Fences, die beiden de ‘zwarte ervaring’ in het dagelijks leven belichten, kwamen daarbij ook andere verhalen bovendrijven. De verhalen waar de Oscar-stemmer traditioneel zo van houdt: de Grote Geschiedenis en de Heldhaftige Individuen die iets hebben veranderd.
Verhalen zoals Hidden Figures, genomineerd in de categorieën beste verfilmde scenario (naast Fences en Moonlight), beste vrouwelijke bijrol (voor Octavia Spencer) en beste film (waar hij geen schijn van kans maakte). Hidden Figures draait om drie vrouwelijke zwarte wiskundigen die in de late jaren vijftig bij de NASA werken en om erkenning strijden, in de aanloop naar de eerste bemande ruimtevlucht. Het zijn de jaren waarin de toiletten nog gescheiden zijn, en waarin ‘computer’ een beroep is dat je als mens kunt uitvoeren. Katherine Johnson (Taraji P. Henson), Dorothy Vaughan (Spencer) en Mary Jackson (Janelle Monáe) zijn drie van deze menselijke computers, die de complexe berekeningen maken die nodig zijn voor een ruimtereis. Dankzij hun grote talent overwinnen zij vooroordelen en racisme binnen de organisatie.
Het zijn levensverhalen die het verdienen verteld te worden, maar de film perst ze al te opzichtig in de mal van de hoopgevende biopic. Regisseur Theodore Melfi (St. Vincent) houdt het vriendelijk en gemoedelijk, en bekijkt de tegenwerking die deze dames ten deel valt als iets van vroeger, met de veilige ’tut-tut-tut’-verontwaardiging van de terugblik. De film verwart de symbolen van het racisme met de achterliggende ideologie, wanneer het opheffen van de gescheiden toiletten wordt gepresenteerd als een grootse overwinning — een overwinning die overigens door Johnsons blanke baas Al Harrison (Kevin Costner) wordt binnengesleept.
Opvallend genoeg zijn de meest kwaadaardige blanke figuren, in tegenstelling tot de zwarte helden om hen heen, géén echt bestaande personen, maar verzonnen personages, met ingenieur Paul Stafford (Jim Parsons) als meest sprekende voorbeeld. Zo krijgt geïnstitutionaliseerd racisme een gezicht, en wordt het dus al te simplistisch gereduceerd tot een slechterik die overwonnen kan worden.

Joost Broeren-Huitenga