TURTLES CAN FLY

Kunstarmen in Irak

  • Datum 15-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films TURTLES CAN FLY
  • Regie
    Bahman Ghobadi
    Te zien vanaf
    01-01-2004
    Land
    Iran/Frankrijk/Irak
  • Deel dit artikel

Turtles can fly won de publieksprijs op het afgelopen Filmfestival Rotterdam. De film speelt zich af in een vluchtelingenkamp in Iraaks Koerdistan, omringd door mijnenvelden. Regisseur Bahman Ghobadi: "Ik heb een hekel aan politiek."

Bahman Ghobadi

Net als in zijn eerste speelfilm Een tijd voor dronken paarden, in 2000 winnaar van de Caméra d’Or in Cannes, spelen in Turtles can fly kinderen de hoofdrol. De Iraans-Koerdische regisseur Bahman Ghobadi tijdens het Filmfestival Rotterdam: "De hoofdrolspelers uit mijn films zijn kinderen die het leven van volwassenen leiden. Dat is typerend voor mensen die opgroeien in Koerdistan. Bovendien wilde ik een anti-oorlogsfilm maken: omdat het een film is over de mijnen, is het logisch dat gehandicapte kinderen een hoofdrol spelen. Ook nu lopen er gemiddeld nog vier kinderen per dag op een mijn in Koerdistan: in Iran, Irak en Turkije. Maar het is ook een symbool voor de Koerdische samenleving. Zolang mijn samenleving gehandicapt is, zolang zij nog niet volwaardig kan functioneren, zullen onvolmaakte en abnormale elementen in mijn films terug blijven keren. Er zijn in Koerdistan meer gehandicapten dan u ooit in uw leven heeft gezien.
"Ik voer niet voor niets een jongen zonder armen op die de gave heeft om de toekomst te voorspellen. Omdat hij een gebrek heeft, zijn andere vermogens bij hem meer ontwikkeld. Zijn voorspellingen dienen als voorbode van de ellende die de Koerden nog te wachten staat. Hij zegt in de film: over 275 dagen gebeurt hier iets wat nog erger is dan wat er nu gebeurt. Dat slaat op de aanslag op 1 februari 2004 op het hoofdkwartier van de Koerdische Democratische Partij (KDP) en de Patriottische Unie van Koerdistan in Arbil, de hoofdstad van de regio in het Noordoosten van Irak waar de film zich afspeelt, waarbij meer dan 150 mensen werden gedood. Dat was een week nadat we vertrokken waren. Onder de slachtoffers waren ook vrienden van ons die mee hebben geholpen met de film, voor hetzelfde geld waren wij er ook bij geweest.
"Veiligheid was voor ons zeer belangrijk. De leider van de KDP, Barzani, had vijftig à zestig man lijfwachten geregeld. Alle spelers in deze film komen uit Irak, eigenlijk iedereen behalve ik, de cameraman en de geluidsman. Het kamp waarin de film speelt, heb ik met eigen ogen gezien. Maar toen ik eenmaal terug was om te filmen, was het kamp er niet meer omdat de situatie veranderd was. We hebben dus alles, inclusief de wapenmarkt, precies moeten nabouwen."

Geen geduld
"De helft van alles wat er gebeurt in de film is geïmproviseerd. Ik kom zelf uit het land waar het verhaal over gaat, dus ik vind ter plekke aanknopingspunten om er een geheel, een echt verhaal van te maken. Voor deze film had ik Iraanse fondsen aangeschreven, maar ik heb geen geduld om te wachten tot alle procedures zijn doorlopen. Net als voor mijn eerste film heb ik geld ingezameld bij mijn eigen vriendenkring en familieleden. Ik heb leningen afgesloten tegen hoge rente in Koerdistan om alles bij elkaar te krijgen. Van de Iraanse regering heb ik nog nooit geld gekregen.
"Het meeste geld gaat naar de acteurs. Het meisje dat Agrin speelt heb ik 16.000 dollar betaald, want haar situatie was erg nijpend. Met de hulp van Barzani hebben we een huis gekocht voor de kleine jongen die niet kon zien. Ook hebben we hem laten opereren, hij kan nu weer zien. De jongen zonder armen krijgt kunstarmen, die jongen zonder been krijgt een prothese. Dat wil overigens niet zeggen dat elke regisseur zo moet werken als ik. Ik voel me verantwoordelijk voor mijn acteurs. Ik heb zelf geen vrouw en kinderen, en de kinderen die ik help zijn toch ook een beetje mijn eigen kinderen.
"De jongen die Satellite speelt, heb ik ongeveer 5000 dollar gegeven. Hij is nu net een kleine broer voor mij, ik heb hem beloofd om hem het filmvak bij te brengen. Ik stuur hem boeken en probeer hem de komende vijf jaar te begeleiden. Hij is nu al assistent-regisseur van een van mijn projecten, net als de hoofdrolspeler uit Een tijd voor dronken paarden, die volgend jaar een langere film gaat maken die ik produceer. Ik wil zorgen dat er in Koerdistan een filmcultuur ontstaat. In Arbil ben ik nu een filminstituut aan het opzetten. Daar waren geen bioscopen en ik heb hier en daar geld uit fondsen geworven om een paar bioscoopzalen te openen. Er zijn nu drie- à vierhonderd jongeren in Koerdistan bezig met korte filmprojecten."

Speels
"Als in deze film meer humor zit dan in de eerste, dan zegt dat iets over mij als regisseur. Ik ben mijn eigen film. Van binnen heel bitter, van buiten speels en vrolijk. Daardoor wordt de pijn wat draaglijker. De Koerden zijn gewend om met humor de pijn te verzachten. In mijn volgende film ben ik weer wat milder. Dat komt omdat de politieke situatie voor de Koerden in Irak is verbeterd. Ze hebben meer autonomie en meer zeggenschap, vooral na de verkiezingen in januari. Ik maak me wel zorgen over het Turkse leger, dat klaarstaat om de Koerden aan te vallen in Irak. Ik hoop dat ze een goed leven kunnen opbouwen. Vergeleken met andere landen is de situatie voor de Koerden in Iran wel goed. Maar mensen die in Iran langs de grenzen wonen, hebben het moeilijk. Als de oorlog uitbreekt, worden zij het eerst aangevallen. Alle industrie is geconcentreerd in de grote steden in het hart van het land, want daar is die minder kwetsbaar. Niemand zal een dure industrie in Koerdistan vestigen. Dus de economische situatie is slecht, de werkloosheid is heel hoog.
"Zelf heb ik een hekel aan politiek. Ik ben geen politieke filmmaker zoals men wel van mij zegt. Ik breng alleen de realiteit in beeld. Ik heb het geluk dat ik bekend ben geraakt met de taal van de film, die gebruik ik om mijn schuld af te lossen, want ik sta bij de Koerden in het krijt. Ik wil de pijn en het lijden van het Koerdische volk laten zien. Als Koerd word je geboren in een politieke omgeving, je groeit op met termen als revolutie, oorlog, vluchteling. Het stikt van de politici, van de partijen, maar er zijn te weinig mensen met cultuur bezig. Ik wil de politiek juist uit het gebied verdrijven, ik vind dat de cultuur de boventoon moet voeren. De Koerden zijn cultureel rijk, dat mag gezien worden."

David van Eijndhoven