Grosse Freiheit

Geroutineerd als gevangene

Grosse Freiheit

Met dit intieme gevangenisdrama stelt Sebastian Meise het immense onrecht aan de kaak dat Duitse homoseksuelen na de Tweede Wereldoorlog ten deel viel.

Geroutineerd kleedt Hans Hoffmann zich uit, als hij in 1968 de gevangenis in wordt geleid. Geroutineerd bukt hij, trekt hij zijn billen uit elkaar, en ruilt hij zijn eigen kleren in voor het gevangeniskloffie. Geroutineerd legt hij de route naar zijn cel af en installeert hij zich op het beduimelde bed. Geroutineerd neemt hij plaats achter de naaimachines in de werkplaats en zet hij zich aan het zomen van roze lakens.

Met die routine, uiterst naturel neergezet door acteur Franz Rogowski, maakt de Oostenrijkse regisseur Sebastian Meise zonder dat er woorden voor nodig zijn in Grosse Freiheit duidelijk dat dit zeker niet Hans’ eerste keer in de gevangenis is, al ruim voordat de film een paar decennia terug in de tijd springt.

Alsnog komt die sprong naar 1945 als een schok, door het uitgemergelde uiterlijk van Hans. Hij is direct uit de vernietigingskampen van de nazi’s naar de gevangenis verplaatst, want onder de geallieerde machthebbers is zijn homoseksualiteit nog altijd strafbaar. Zelfs zijn celgenoot Viktor (Georg Friedrich), die een levenslange straf uitzit, heeft medelijden met dat erbarmelijke lot. Maar alsnog weigert hij een ruimte te delen met een “poot” en timmert hij Hans hardhandig de cel uit.

De band die desondanks tussen de twee mannen ontstaat in de vijfentwintig jaar die ze af en aan samen in de gevangenis doorbrengen, vormt de rode draad van het doelbewust fragmentarische Grosse Freiheit, winnaar van de juryprijs in de sectie Un Certain Regard op het filmfestival van Cannes 2021. Meise springt zelfverzekerd heen en weer tussen drie tijdsgewrichten – naast 1945 en 1968 ook 1957, wanneer Hans samen met een jongere geliefde wordt opgepakt. Meise beperkt zich vrijwel geheel tot de gevangenis, waar het leven al die jaren vrijwel stilstaat.

Dat de film in de late jaren zestig eindigt, is geen toeval: in 1969 werd in de Duitse wet paragraaf 175, die homoseksualiteit strafbaar maakte, deels buiten werking gesteld – al zou het nog tot 1994 (!) duren voor het volledig geschrapt werd. Toen waren de meeste van de ongeveer vijftigduizend mannen wier levens erdoor verwoest werden, mannen zoals Hans, allang overleden.

Meise zet een zoeklicht op die grotendeels onbesproken en vergeten tragedie. Zonder opgeheven vingertje of belerende moraal – hij focust simpelweg op de intimiteit van de vriendschap tussen Hans en Viktor, die beiden hun eigen demonen meetorsen. De regisseur laat het aan de kijker zelf om woedend te worden, en creëert daarvoor volop ruimte met talrijke, zorgvuldig gedoseerde momenten van stilte en duisternis.