Ghost Stories for Christmas

Geen schok maar koude rillingen

Whistle and I’ll Come to You

In de jaren zeventig joeg de BBC televisiekijkers jaarlijks rond Kerst de stuipen op het lijf met A Ghost Story for Christmas. De reeks wordt nu uitgebracht op blu-ray.

Het begon allemaal op een dinsdag in mei 1968 met een mompelende Michael Hordern. Whistle and I’ll Come to You, een verfilming door Jonathan Miller van een verhaal van M.R. James met Hordern in de hoofdrol, werd die dag uitgezonden door de BBC als onderdeel van het tv-programma Omnibus. Maar de film wordt vaak beschouwd als voorloper van de reeks die de BBC drie jaar later startte op kerstavond, A Ghost Story for Christmas.

Whistle and I’ll Come to You is dan ook opgenomen in de eerste blu-ray-box die BFI uitbrengt van de BBC-reeks, samen met de eerste drie officiële Ghost Stories for Christmas. Alledrie verfilmingen van Montague Rhodes James (1862-1936) en alledrie geregisseerd door Lawrence Gordon Clark, een documentairemaker die als tiener James’ verzamelde spookverhalen las en met dat boek naar de BBC stapte. Die gaven hem achtduizend pond en tien draaidagen, waarin Clark The Stalls of Barchester maakte.

Het was het begin van een reeks die tot 1979 liep (en sinds 2004 sporadisch opnieuw is opgepakt) en die leunt op de rijke traditie van het Victoriaanse spookverhaal. Sfeervolle vertellingen zijn het, die vaak de tegenstelling uitbuiten tussen de Britse onverstoorbaarheid en het mystieke landschap. Zoals Roger Clarke schreef in zijn boek A Natural History of Ghosts: ‘Er zijn in Engeland meer spoken per vierkante kilometer dan waar ook ter wereld.’

The Stalls of Barchester

Duivelse hand
De horror in de films, elk tussen de dertig en vijftig minuten lang, is er een van kleine gebaren. Soms letterlijk. Een van de beste schrikmomenten blijft de duivelse hand die in The Stalls of Barchester (1971) het beeld in reikt, richting de schouder van de door een slecht geweten geplaagde aartsbisschop Haynes (Robert Hardy).

Een echt schrikmoment is het niet eens, daarvoor beweegt die hand te traag. Het is een soort opkruipend onbehagen dat zijn zenit bereikt wanneer die hand heel licht Haynes’ schouder aanraakt en een rilling door diens lichaam stuurt die hem bijna uit beeld doet sidderen.

Clark omschreef in een interview uit 1995 het doel van de films als ‘to chill rather than shock’ en dat is precies wat een moment als dit illustreert. Suggestie is daarin vaak de sleutel. Clark speelt in de films met geluiden net buiten beeld, met bewegingen en schaduwen in de marges. En ook opvallend is hoe de reactie van de personages vaak meer schermtijd krijgt dan de horror die ze aanschouwen.

Lost Hearts

Die hoofdpersonen zijn vaak rationeel ingestelde mannen op leeftijd en vrijwel altijd komen ze van buitenaf. Academici en amateurarcheologen zijn het, die arriveren met hun dagboeken, spaden en broekklemmen – en de drang om overal in te neuzen. Als ze een mysterieuze fluit vinden tijdens een strandwandeling, kunnen ze de verleiding niet weerstaan erop te blazen. Zo zetten ze de deur steeds weer open voor het kwaad.

Angstbeelden
Met uitzondering van het mooie Lost Hearts (1973), waarin zowel de hoofdpersoon als de spoken kinderen zijn en die spoken juist volop zichtbaar zijn, draaien de films om de confrontatie van de ratio met een onverklaarbare horror. ‘We kunnen nooit volledig ontsnappen aan de angstbeelden van onze kindertijd, omdat ze ons hebben gegrepen voordat de ratio dat deed’, schrijft Simon Farquhar in een essay voor BFI over de filmreeks. ‘Zowel James als Clark zijn zich daar duivels goed van bewust.’

A Warning to the Curious

In het aangezicht van die angstbeelden grijpen de mannen naar woorden, maar die lijken ineens totaal ontoereikend voor de werkelijkheid waarin ze zichzelf terugvinden. In A Warning to the Curious (1972) legt amateurarcheoloog Paxton (Peter Vaughan) aan iemand uit dat sinds hij een eeuwenoude kroon opgroef de beschermer daarvan, die al twaalf jaar dood is, altijd bij hem is. Hij spreekt de woorden bedachtzaam, alsof hij hun betekenis toetst: “Hij is niet meer van mijn zijde geweken. Hij neemt andere vormen aan, maar hij is nooit van mijn zijde geweken.”

Het is de vernuftige mix van suggestie, experimentele montage en een consciëntieus opgebouwde sfeer, waarin het Britse landschap met zijn gekliefde kustlijnen en mistige heuvels een grote rol speelt, die maakt dat de Ghost Stories for Christmas ook vijftig jaar na dato nog het vermogen hebben om de koude rillingen over je rug te doen lopen.


Ghost Stories for Christmas: Volume 1 (Whistle and I’ll Come to You, 1968; The Stalls of Barchester, 1971; A Warning to the Curious, 1972; Lost Hearts, 1973) is verkrijgbaar op blu-ray (BFI).