Futur drei

Drie films ineen

Futur drei

Er komen opvallend veel levensgrote thema’s samen in dit speelfilmdebuut van de Iraans-Duitse Faraz Shariat: van vluchtelingenproblematiek anno nu en issues van tweedegeneratie-immigranten tot liefde, vriendschap, homofobie en complexe familiebanden. De frisse, visuele aanpak stemt mild.

De ouders van de twintigjarige Parvis ontvluchtten ooit Iran om in Duitsland te bouwen aan een voorspoedige toekomst voor hun kinderen. Dat lijkt deze puberaal bokkige jongvolwassene zich nauwelijks te realiseren in zijn comfortabele leventje in een gegoede buitenwijk. Zijn hedonistische, navelstaarderige bestaan kantelt zodra hij een taakstraf krijgt in het lokale asielzoekerscentrum.

Daar ontmoet hij leeftijdsgenoten uit Iran die hun leven er letterlijk niet zeker waren en niet ongestraft zichzelf konden zijn. Parvis wordt er verliefd op Amon, die samen met zijn zus het land ontvluchtte. De queeste naar Amons hart zet Parvis onwillekeurig aan het denken over zijn eigen positie in de Duitse maatschappij, zijn Iraanse wortels en z’n rol binnen de familie.

“Praat maar niet met die gast: zo’n T-shirt kan besmettelijk zijn”, zo waarschuwt een mede-asielzoeker Amon als hij een eerste contact legt met de frivole Parvis. Sociale controle blijkt ook over landsgrenzen een item. Faraz Shariat kan het weten: de regisseur werkte tijdens zijn studie in een asielzoekerscentrum in het Duitse Hildesheim – waar dit drama zich overigens ook afspeelt. Sowieso is zijn speelfilmdebuut in meerdere opzichten persoonlijk: zijn eigen vader en moeder spelen Parvis’ ouders en Shariat plaatst privé-homevideo’s van de familie door zijn fictiefilm heen.

Het schept een beeld van liefhebbende mensen die open naar hun zoon kijken en tegelijkertijd hun halve hart in Iran hebben achtergelaten. Helaas wordt er pas laat in het scenario openlijk gesproken over hun vertrek: zo’n besluit dat diverse generaties raakt, is meer aandacht waard. In zekere zin had Futur drei uit drie films kunnen bestaan, want ook de emotionele en seksuele ontwikkeling van Parvis is een belangrijke pijler. Dat wordt met aandachtig gefilmde liefdes- en seksscènes in beeld gebracht, of juist passend zakelijk en afstandelijk tijdens een Grindr-seksdate.

Tot slot is het leven in het asielzoekerscentrum een dragend thema. Dat gedeelte presenteert Shariat in bijna tedere beeld­sequenties, waarin het centrum een op zichzelf staande biotoop is. Daar krijgen nieuwkomers te maken met steun, kansen en vriendschap, maar ook met ongevraagd advies, homofobie en verlammende bureaucratie. Het is, met andere woorden, veel.

Hoewel muziek belangrijk is in de levens van de personages, kalkt Shariat de scènes rondom muziekuitspattingen er juist niet mee vol. Er zijn scènes in de club, er wordt gezongen in Farsi en men danst op Arabische muziek en Duitse hits. Tussendoor is er vooral omgevingsgeluid en gepaste stilte. Waar Shariat in zijn scenario alles lijkt te willen aanstippen, lukt het hem in de vorm strakke keuzes te maken.