Fucking Åmål

De kaarten zijn geschud

Opstandigheid, lust en gelatenheid

Fucking Åmål is de debuutfilm van de Zweedse regisseur en dichter Lukas Moodysson. Een film over pubers, zonder een puberfilm te zijn, want achter de triviale oppervlakkigheid gaat een diepzinnige wijsheid verborgen; de triviale keuzes in de jeugd maakten je tot de held of burgerlul die je later bent geworden.

Hoe was het ook alweer om zestien te worden? Die moeizame leeftijd tussen servet en tafellaken. Want een kind mag je niet meer zijn, weemoedig kijk je naar je moeder die zo haar best voor je doet en speciaal voor jou een lapje biefstuk heeft gebraden, omdat je er nog zo van moet groeien, terwijl je net vastbesloten was vegetariër te worden, sociaal geëngageerd en bovenmatig volwassen. De hormonen gieren door je lijf en je hebt onhoudbare vlinders in je buik. Alles staat in het teken van ‘de eerste keer’ en lijkt wel voor de eeuwigheid. Je eerste sigaret, je eerste brommer, je eerste dronkenschap die eindigt in een tollende toiletpot, tutten voor de spiegel en ook: de eerste keer met iemand naar bed, want ‘iedereen’ doet het al.

De wereld wacht op je, maar niemand weet dat nog, want het dorp waar je woont en het ouderlijk huis, met die oersaaie ouders die je niet-begrijpend vanachter hun krant aankijken, vormen een lastig obstakel. Fucking Åmål brengt het allemaal heerlijk in herinnering en de titel moet dan ook dubbelzinnig worden uitgelegd: opstandigheid, lust en gelatenheid onder één hoedje.

Kreupel
Agnes is jarig. Haar zestiende verjaardag is niet bepaald een feest. Ze is tot over haar oren verliefd. Dat is op zichzelf niet problematisch, wel het object van haar liefde, Elin, een meisje uit haar klas. Op school, waar iedereen zijn best doet om zo gewoon mogelijk te zijn, en waar de vrouw-meisjes een voortdurend kat-en-muisspel spelen met pukkelige onbehouwen jongens, kan Agnes haar gevoelens maar beter voor zich houden. Ook thuis durft ze het haar intellectuele ouders niet te vertellen. Haar geheim vertrouwt ze alleen toe aan haar computer, waarop ze romantische liefdesgedichtjes schrijft.

Agnes heeft nauwelijks vrienden, dat blijkt maar weer al te goed tijdens haar ‘feestje’, waar toch niemand komt, behalve haar kreupele lelijke vriendin, van wie ze eigenlijk schoon genoeg heeft. Nadat ze deze waarheid onomwonden heeft opgebiecht, trekt ze zich terug op haar kamer met klassieke muziek en starend naar de klassenfoto, die ze heimelijk kusjes geeft. Maar dan, als een godsgeschenk van korte duur, komen Elin en haar zus plotseling binnenvallen, niet omdat ze Agnes zo aardig vinden, maar om eindelijk eens uit hun bol te gaan in dat ‘fucking’ Åmål. Vanavond willen ze the rave dansen en zijn ze wanhopig op zoek naar drugs (het potje Norrit uit moeders medicijnkast leverde vooralsnog geen kick op).

De zusters hebben vernomen dat Agnes pot zou zijn en willen dit nieuwtje eens testen op waarachtigheid. Afgrijzen en sensatie vermengen zich als Elin Agnes hartstochtelijk op de mond zoent voor een weddenschap. Gierend van de lach rollen de zusters naar buiten, om alsnog naar één van de geijkte feestjes te gaan, waar ze zo snel mogelijk dronken worden, want wat moet je anders in Åmål. Maar de kus brandt nog dagen op de lippen van de populaire Elin.

Vijfkeuzemenu
Zijn we niet te oud voor deze film, kun je je afvragen als volwassene, die de onzekerheden van de pubertijd ver achter zich heeft gelaten? Het antwoord is nee. Dat is het knappe van de dertigjarige schrijver Lukas Moodysson die met zijn debuutfilm in Zweden meer bezoekers trok dan Titanic. Hij laat in Fucking Åmål pubers zien van vlees en bloed: grillig, hypocriet, impulsief en opportunistisch, zoals een zestienjarige zich pleegt te gedragen. Dat is voor een groot deel de verdienste van de acteertalenten Rebecca Liljeberg (Agnes) en Alexandra Dahlström (Elin), maar ook het camerawerk zorgt voor een meeslepend perspectief, dat permanent bij de jeugd ligt.

Fucking Åmål wordt nergens plat tienervermaak, want achter de onbenullige oppervlakkigheden van de jeugd gaat een diepzinnige wijsheid verscholen. Moodysson wrijft het ons lacherig onder de neus: in de pubertijd worden de kaarten geschud. Een foute vriend, een misplaatste kus, een te grote mobiele telefoon – jongens komen in de film niet bijster intelligent over – ‘de mijne is kleiner, dunner en heeft een vijfkeuzemenu’, is hun enige interesse. Een verkeerde keuze kan catastrofaal zijn. Want we waren het even vergeten, wie je uiteindelijk bent, model, psycholoog, lesbiënne, huisvrouw of burgerlul, hangt van trivialiteiten aan elkaar. Uiteindelijk gaat het er toch om waar je de beste warme chocola kunt krijgen en dat pad moet je volgen. Terug kan niet meer, helaas.